Ilse over haar werk als fiscalist bij WEA Naaldwijk – zoeken naar mogelijkheden, niet naar grenzen

duda-wsm • 12 mei 2025

Na gesprekken met collega’s Mees, Wessel en Rick is het nu tijd om kennis te maken met Ilse, fiscalist bij WEA Naaldwijk. Met een brede glimlach en een scherp oog voor details vertelt ze over haar weg naar de fiscaliteit, haar passie voor het vak en hoe ze klanten helpt om fiscaal optimaal te presteren.

Van rechten naar fiscaliteit

Ilse begon haar studie in de richting van rechten, met het idee om advocaat te worden. Tijdens die studie merkte ze dat ook economie haar interesse had. Fiscaal recht bleek een mooie combinatie van beide. Na één vak wist ze dat dit beter bij haar paste.


Om haar theoretische kennis uit de universiteit aan te vullen met praktijkervaring, ging ze aan de slag bij WEA Naaldwijk. "Op school bleef het allemaal erg in de boeken. Hier kon ik meteen aan de slag en begreep ik de stof ineens veel beter. Wat ik hier zag, nam ik mee naar mijn studie en andersom. Dat miste ik daarvoor."



Een bewuste keuze voor WEA Naaldwijk

Wat Ilse meteen aansprak, was de persoonlijke sfeer. Ze krijgt hier de ruimte om zich breed te ontwikkelen. In plaats van één smal specialisme, mag ze zich verdiepen in allerlei verschillende onderdelen van het vak. "Dat maakt het afwisselend en uitdagend."



Wat doet een fiscalist eigenlijk?

Volgens Ilse draait het vooral om mogelijkheden zien. "Het is geen kwestie van grenzen opzoeken, maar creatief meedenken met klanten binnen de wet. We proberen altijd zo gunstig mogelijk te adviseren. Dat kan bijvoorbeeld door belastingdruk te verlagen of slimme keuzes te maken bij een bedrijfsstructuur."



Klanten helpen geeft Ilse energie

Voor Ilse zit de voldoening in het verschil kunnen maken. "Soms kun je echt een mooie regeling vinden of een slimme oplossing bedenken waarmee je een klant veel geld bespaart. Dat zijn de momenten waar ik energie van krijg."


Ook het persoonlijke contact met de klanten speelt een grote rol. "Je bouwt een vertrouwensband op. Ze komen met vragen of zorgen en jij helpt ze verder. Het geeft een goed gevoel als je iemand overzicht en rust kunt geven."



Ontspanning buiten werk

Na een drukke dag vindt Ilse haar ontspanning vooral thuis of met vrienden. "Ik hou van koken en bakken. Daar kan ik echt m'n hoofd mee leegmaken." Of haar baksels ook op kantoor verschijnen? "Meestal zijn ze al op voordat ik hier ben," lacht ze.


Daarnaast reist ze graag. "Nieuwe plekken ontdekken, andere culturen proeven, dat geeft me energie. Even helemaal weg zijn van het dagelijks ritme doet me goed, of het nou een korte trip is of een lange reis."



Veelzijdig werk, veelzijdige omgeving

Ilse laat zien hoe veelzijdig het vak van fiscalist kan zijn. Door breed te werken, blijft het boeiend. En bij WEA Naaldwijk krijgt ze daar alle ruimte voor. Geen strakke afdelingen, maar een open omgeving waarin je mag groeien en meedenken.



Benieuwd naar meer?

Kom ons team versterken. Bekijk onze vacatures en ontdek wat WEA Naaldwijk voor jou kan betekenen: https://werkenbij.wea.nl/vacatures/


11 november 2025
Voor wie? Erkende leerbedrijven die een praktijkplaats verzorgen voor een mbo-student in de derde leerweg (overig onderwijs (ovo) of overige opleidingen in deeltijd (odt)) kunnen voor de subsidie in aanmerking te komen. Voorwaarden Voor de subsidie gelden een aantal voorwaarden: De student moet een werkzoekende zijn of betaalde arbeid verrichten. De student moet tijdens de aanvraagperiode staan ingeschreven in het Register Onderwijsdeelnemers (ROD) van DUO. De opleiding die de student volgt, moet gericht zijn op het behalen van een volledig diploma, een certificaat of een praktijkverklaring. De student moet de opleiding op of na 1 augustus 2023 gestart zijn. De opleiding moet zijn opgenomen in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo).  Let op: De subsidie is niet voor mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Voor deze studenten kan de werkgever mogelijk wel in aanmerking komen voor de Subsidieregeling praktijkleren voor het mbo. Tip! Kijk voor alle voorwaarden hier . Hoogte subsidie Per praktijkplaats kan maximaal € 2.700 subsidie gekregen worden. Het uiteindelijke subsidie kan lager zijn. Als er namelijk meer toegekende aanvragen zijn dan het beschikbar budget, wordt dat budget verdeeld over de aanvragen. In 2025 bedraagt het budget € 2.800.000. Let op: De subsidie wordt maximaal verstrekt over een periode van 52 aaneengesloten weken, waarvan er maximaal 40 voor subsidie in aanmerking komen. Aanvragen Aanvragen van de subsidie kan via RVO.nl . Het erkende leerbedrijf moet de subsidie wel aanvragen binnen een jaar na afloop van de praktijkleerplaats.
7 november 2025
1. Anticipeer op 12% extra belasting fossiele personenauto van de zaak Werkgevers gaan extra belasting betalen als ze vanaf 1 januari 2027 een fossiele personenauto van de zaak (CO2-uitstoot groter dan nul) voor het eerst aan hun werknemer ook voor privégebruik ter beschikking stellen. Het addertje onder het gras bij deze regeling is dat woon-werkverkeer ook privé is! De belasting bedraagt in beginsel 12% van de cataloguswaarde. Voor personenauto’s die vóór 2027 ter beschikking worden gesteld, gaat de heffing pas in per 17 september 2030. Houd daarom ook al rekening met de regeling als u overweegt om voor 2027 nog fossiele personenauto’s voor het eerst ter beschikking te stellen. Bij een aanschaf of een leasecontract met een langere looptijd wilt u wellicht al kiezen voor een emissievrije personenauto. Let op: De bijtelling van de auto van de zaak blijft ook gewoon bestaan! De lagere bijtelling voor een auto van de zaak die geen CO2 uitstoot, vervalt echter per 2026. Schaft u nog in 2025 een elektrische auto aan, dan heeft u nog wel maximaal 5 jaar profijt van de lage bijtelling. 2. Plan de samenstelling van uw vermogen box 3 Heeft u privévermogen, dan is het van belang rekening te houden met de belastingheffing die u moet betalen over de verschillende typen vermogens in box 3. De hoogte van de box 3-belasting hangt namelijk niet alleen af van de hoogte van uw vermogen, maar ook van de samenstelling. Bovendien tellen roerende zaken in eigen gebruik (denk aan inboedel, juwelen of een boot) niet mee in box 3. U kunt dan ook belasting besparen door slim te plannen rondom de peildatum van 1 januari 2026. Koop roerende zaken voor eigen gebruik daarom vóór 1 januari 2026 in plaats van net daarna. En heeft u een onroerende zaak in box 3 verkocht, kijk dan of deze nog vóór 1 januari 2026 bij de notaris overgedragen kan worden. Dan bedraagt het wettelijk vastgestelde rendement hierover op 1 januari 2026 geen 7,78%, maar het veel lagere wettelijk vastgestelde rendement dat voor banktegoeden geldt. Let op: De advisering rondom box 3 is altijd maatwerk en omvat meer dan hiervoor beschreven! Raadpleeg daarom uw adviseur voor uw eigen situatie. 3. Controleer of u de tegenbewijsregeling box 3 kunt toepassen Is uw totale werkelijke rendement in box 3 lager dan het totaal berekende wettelijk vastgestelde rendement, dan kunt u misschien een beroep doen op de tegenbewijsregeling box 3. De Hoge Raad sprak zich hierover vanaf medio 2024 uit. In beginsel is het mogelijk om voor de jaren 2017 tot en met 2027 een beroep te doen op de tegenbewijsregeling box 3. Voor de jaren 2017-2020 kan dat echter alleen als uw definitieve aanslag IB op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond én u tijdig bezwaar maakte of verzocht om ambtshalve vermindering. Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) . De Belastingdienst verstuurt vanaf juli gefaseerd brieven. Neem na ontvangst van deze brief zo snel mogelijk contact op met onze adviseurs. De reactietermijn is in bepaalde gevallen namelijk maar twaalf weken! Let op: De berekening van het werkelijk rendement is waarschijnlijk anders dan u in gedachten heeft voor een werkelijk rendement. Zo tellen bijvoorbeeld ook de nog niet gerealiseerde waardeveranderingen mee. Neem voor de beoordeling of u een beroep kunt doen op de tegenbewijsregeling box 3 daarom contact op met onze adviseurs. Tip! Is uw werkelijk rendement hoger, dan hoeft u niets te doen. U betaalt dan gewoon box 3-heffing op basis van het wettelijk vastgestelde rendement. 4. Dividend uitkeren of nog niet? Het tarief in box 2 bedraagt in 2025 24,5% tot een inkomens van € 67.804 (of € 135.608 voor fiscale partners gezamenlijk). Over het meerdere bedraagt het tarief in 2025 31%. Het is daarom aantrekkelijker om dividend uit te keren tot € 67.804 (bij fiscale partners € 135.608) dan een hoger bedrag. Ga na welke bedragen aan dividend u de komende jaren wilt uitkeren en houd hierbij rekening met deze tariefverschillen. 5. Anticipeer op btw-herzieningsdiensten vanaf 2026 Voor investeringen in roerende en onroerende goederen geldt nu al een btw-herzieningsregeling. Vanaf 2026 gaat ook een btw-herzieningsregeling gelden voor diensten van minimaal € 30.000 (excl. btw)aan onroerende zaken. Deze investeringsdiensten worden vanaf 2026 gevolgd in het jaar van ingebruikname, plus de vier daaropvolgende jaren. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien. De btw-herzieningsregeling geldt alleen voor diensten die de onroerende zaak meerjarig dienen, zoals het vernieuwen en onderhouden van onroerende zaken, maar ook aan met een verbouwing samenhangende sloopwerkzaamheden. Ook materialen, installaties, machines en werktuigen die opgaan in een dienst en na installatie of montage hun zelfstandigheid verliezen, worden gezien als onderdeel van de investeringsdienst. De btw-herzieningsregeling gaat gelden voor investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Neemt u deze investeringsdiensten dus nog vóór deze datum in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de regeling. Tip! De grens van € 30.000 geldt per dienst. 6. Handhaving op schijnzelfstandigheid Na jarenlang zonder handhaving (behalve bij kwaadwilligen), is de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 weer gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Houd er rekening mee dat er vanaf 2026 ook weer boetes opgelegd kunnen worden, ook wanneer er geen sprake is van opzet of kwade trouw. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zelfstandige (zzp’er) volgens de wettelijke regels eigenlijk in dienst is bij een opdrachtgever. Werkt u met zelfstandigen? Controleer dan goed of deze eigenlijk niet bij u in dienst zouden moeten zijn. Welke afspraken heeft u gemaakt, hoe heeft u dit vastgelegd en sluiten de afspraken ook daadwerkelijk aan bij de praktijk? Let op: Contractuele afspraken komen niet altijd overeen met hoe in de praktijk wordt gewerkt. De uitvoering van de werkzaamheden in de praktijk is doorslaggevend. 7. Koop tweede woning pas in 2026 Bent u van plan een woning aan te schaffen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld een woning voor de verhuur aan uw kind? Wacht – indien mogelijk – hiermee dan tot na 2025. Vanaf 2026 wordt de overdrachtsbelasting voor woningen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken namelijk verlaagd van 10,4 naar 8%. Dat kan behoorlijk in de portemonnee schelen. Zo bedraagt het voordeel voor een woning met een waarde van € 500.000 bijvoorbeeld al € 12.000. 8. Benut uw vrije ruimte Binnen de werkkostenregeling betaalt u als werkgever geen belasting als u met uw vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel binnen de vrije ruimte blijft. Deze bedraagt in 2025 2% tot een totale fiscale loonsom van € 400.000 en 1,18% daarboven. Ga na of u nog vrije ruimte over heeft en maak hier gebruik van als u uw personeel extra wilt belonen. Een overschot aan vrije ruimte kunt u namelijk niet meenemen naar 2026. Bent u dga met een bv, dan kunt u zichzelf op deze manier ook een belastingvrije bonus cadeau doen voor zover deze bonus aan de gebruikelijkheidstoets voldoet. Tip! Tot een totaalbedrag van € 2.400 per werknemer per jaar gaat de Belastingdienst er in beginsel van uit dat voldaan is aan de gebruikelijkheidstoets. 9. Koop nog dit jaar een lijfrente Betaalde bedragen voor de aankoop van een lijfrente zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar. Voor degene met een pensioentekort in 2024 bedraagt de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2025 30% van het inkomen (onder meer winst en loon). De maximale jaarruimte bedraagt in 2025 € 35.798. Misschien heeft u ook nog reserveringsruimte uit voorgaande jaren? Dan kunt u daarvan in 2025 maximaal € 42.108 gebruiken. Zorg wel dat u de lijfrentepremies in 2025 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting 2025. Bij betaling in 2025 zijn uw banktegoeden op 1 januari 2026 lager en betaalt u over 2026 wellicht ook minder belasting in box 3. Let op: De betaalde bedragen voor lijfrenten zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. De fiscale jaarruimte 2025 weerspiegelt dit pensioentekort in 2024. 10. Laat uw herinvesteringstermijn niet verlopen Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves (HIR) niet verlopen. Een HIR die u in 2022 gevormd heeft, moet u in principe vóór 31 december 2025 benutten. Doet u dat niet, dan valt de HIR vrij en bent u daarover belasting verschuldigd. Tip! In bijzondere omstandigheden is soms een langere termijn van herinvesteren mogelijk. Neem voor meer informatie contact op met onze adviseurs. Let op: Een aantal van de bovengenoemde tips is nog niet definitief en moeten nog door de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Daarom overleggen wij graag met u persoonlijk of het verstandig is wel of geen stappen te zetten.
7 november 2025
Voorstel: afschaffen afroming dierrechten Bij overdrachten van varkens- en pluimveerechten worden de rechten in veel gevallen afgeroomd. Minister Wiersma wil deze afroming op korte termijn helemaal afschaffen. Huidige afroming Draagt u varkens- of pluimveerechten over? Dan worden varkensrechten met 22% afgeroomd en pluimveerechten met 13%. Bij bepaalde overdrachten vindt geen afroming plaats, zoals bijvoorbeeld overdrachten binnen familieverband (tot en met de 3 e graad bloed- of aanverwant). Voorstel afschaffen afroming Het voorstel is om de afroming af te schaffen. Duidelijk is inmiddels dat de Tweede Kamer geen bezwaar heeft. Voor de Eerste Kamer geldt dit ook voor wat betreft de pluimveerechten. Over de afschaffing van de afroming bij varkensrechten stemt de Eerste Kamer binnenkort nog over een motie. Daarnaast moet de minister de wijziging voorleggen aan de Raad van State. Het streven is om de afschaffing van de afroming begin december door te voeren. Wacht met melden overdracht De voorgenomen wijziging geldt alleen voor overdrachten die RVO verwerkt nadat de afschaffing van afroming definitief is. Het advies is om voorlopig geen overdrachten van varkens- pluimveerechten te registreren, tenzij sprake is van een overdracht zonder afroming. Is er sprake van een overdracht van dierrechten met afroming? Wacht dan zo mogelijk met het melden van de overdracht tot duidelijk is of de afroming definitief vervalt. Aanvragen bedrijfsplan- of adviesvoucher U kunt in de periode van 7 oktober t/m 18 november een bedrijfsplan- en/of adviesvoucher aanvragen. Het budget voor de adviesvoucher is echter al overschreden op het moment dat u dit artikel leest. Waarschijnlijk geldt dit niet voor de bedrijfsplanvoucher. GLB-kennisvoucher bedrijfsplan Met een bedrijfsplanvoucher kunt u een bedrijfsplan laten opstellen voor het verduurzamen van uw bedrijf. Het bedrijfsplan moet u laten opstellen door een erkende BAS-adviseur. Deze adviseur moet geregistreerd staan met tenminste één van de aandachtsgebieden: · ‘E3 Bedrijfsopvolging’. · ‘E4 Verdienvermogen’. Onderwerpen in bedrijfsplan Het bedrijfsplan moet ingaan op het onderwerp ‘emissiereductie stikstof’. Daarnaast moet het tenminste vier van de volgende onderwerpen bevatten: · Emissiereductie gebruik gewasbeschermingsmiddelen en toepassen geïntegreerde gewasbescherming. · Emissiereductie broeikasgassen. · Emissiereductie nitraat en andere meststoffen. · Vergroten biodiversiteit. · Versterken duurzaam bodembeheer. · Verhogen aandeel circulair veevoergebruik. · Verbeteren dierenwelzijn en diergezondheid. Waarde en aanvragen voucher De waarde van de voucher is maximaal € 6.000 en bedraagt 80% van de subsidiabele kosten. U kunt de voucher aanvragen via mijn.rvo.nl. RVO handelt de aanvragen af op volgorde van binnenkomst. GLB-kennisvoucher advies De waarde van een adviesvoucher is € 1.500. Op het moment dat u dit leest is het budget al overschreden. Mogelijk wordt het budget nog verhoogd. Informeer bij uw adviseur of aanvragen nog zinvol is. Heeft u interesse in de bedrijfsplanvoucher? Neem dan contact op met een BAS-adviseur en vraag de voucher zo snel mogelijk aan. Voorstel subsidie extensivering melkveebedrijf Minister Wiersma heeft de ‘Subsidieregeling extensivering melkveehouderij’ (Sem), overleg met de sector, verder uitgewerkt. De regeling is nog niet definitief en wacht op goedkeuring van de Europese Commissie. De openstelling wordt dit jaar nog verwacht. Doel en budget Met de Sem wil de minister structureel de emissie van broeikasgassen en ammoniak verminderen. Daarnaast verlaagd de regeling de mestproductie, wat positief bijdraagt aan de huidige mestproblematiek. Beschikbaar budget Voor deze regeling is een budget van € 627 miljoen beschikbaar. Overleg met de sector De minister werkt deze subsidieregeling uit in overleg met zeven samenwerkende melkveehouderij-organisaties: LTO Nederland, NAJK, NMV, DDB, Agractie, Natuurweide en Netwerk grondig. Daarnaast zijn NZO en ZuivelNL betrokken bij de uitwerking. Inhoud regeling op hoofdlijnen U kunt vrijwillig deelnemen aan deze subsidieregeling. Als u deelneemt gelden voor u de volgende hoofdregels: · Gedurende drie jaar houdt u 10-20% minder melk- en kalfkoeien. · U levert de fosfaatrechten, voor deze dieren, definitief in. · U gaat niet méér overige graasdieren houden. · U houdt uw areaal grasland in stand. Vergoeding inkomensderving Als u minder melk- en kalfkoeien gaat houden zullen uw inkomsten verminderen. Binnen deze regeling ontvangt u een vergoeding voor deze inkomensderving. De hoogte van deze jaarlijkse vergoeding is nog niet bekend. Wel heeft de minister aangegeven dat in deze vergoeding ook het inleveren van de fosfaatrechten wordt opgenomen. Private bijdrage Naast de jaarlijkse vergoeding vanuit de regeling zijn banken bereid om, onder voorwaarden, rentekortingen te verstrekken voor leningen voor nieuwe duurzame investeringen. Deze private bijdrage wordt, in overleg met banken, verder uitgewerkt door de sector. Keuzes na afloop Sem Na afloop van de looptijd van de regeling (drie jaar) kunt u ervoor kiezen om terug te gaan naar uw oorspronkelijk aantal melk- en kalfkoeien. Voor deze ‘extra’ dieren moet u dan wel fosfaatrechten aanschaffen. U kunt er ook voor kiezen om met het lagere aantal koeien verder te gaan, of verder te extensiveren. Geen gevolgen natuurvergunning Als u deelneemt aan de Sem, en (tijdelijk) 10-20% minder koeien houdt, verandert de bedrijfsvoering niet structureel. Dit geldt als u de opzet van uw bedrijf niet wijzigt: onder andere de stalomvang en melkstalcapaciteit blijft gelijk. In deze situatie is er, op basis van de huidige regelgeving en jurisprudentie, volgens de minister geen ‘wijziging van het project’. Hierdoor blijft uw bedrijf passen binnen uw bestaande natuurvergunning. Vervolg van de procedure De subsidieregeling ligt ter notificatie bij de Europese Commissie. Ondertussen wordt de regeling verder voorbereid. Zodra de Europese Commissie goedkeuring verleent wil de minister de regeling publiceren en direct ook openstellen. De regeling en openstelling worden dit jaar nog verwacht. Naar verwachting wordt deze regeling nog dit jaar opengesteld. Neem contact met ons op als u hier interesse in heeft. Nieuwe stoppersregeling veehouderij Begin 2026 wordt een nieuwe vrijwillige opkoopregeling veehouderijlocaties verwacht voor ‘alle’ bedrijven. Bedrijven binnen 1.000 meter vanaf een Natura 2000-gebied krijgen voorrang. Doelgroep U kunt voor de ‘Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties’ (Vbr) in aanmerking als u op uw bedrijf melkvee, varkens, pluimvee, vleeskalveren, overig rundvee, geiten, vleeseenden en/of konijnen houdt. Vergoedingssystematiek De vergoedingssystematiek zal vergelijkbaar worden met de eerdere Lbv-regelingen: een forfaitaire vergoeding voor het waardeverlies van de productiecapaciteit (op basis van oppervlakte en leeftijd van de stallen). De hoogte van de vergoeding is nog niet bekend. Daarnaast gaat een markconforme vergoeding gelden voor het verplicht inleveren van fosfaat-, varkens- en/of pluimveerechten. Voorrang bedrijven dicht bij Natura 2000-gebied Ligt uw bedrijf binnen 1.000 meter vanaf een overbelast Natura 2000-gebied? Dan wordt uw aanvraag, op volgorde van binnenkomst, met voorrang afgehandeld. Is daarna nog budget over? Dan komen overige bedrijven in aanmerking. Deze aanvragen worden gerangschikt op basis van ‘efficiëntie’: het aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissiereductie. Openstelling en zaakbegeleider Naar verwachting wordt de regeling en openstelling niet eerder dan februari/maart 2026 gepubliceerd. Overweegt u deelname aan deze regeling? Dan kunt u een ‘zaakbegeleider’ inschakelen. Heeft u interesse, maar voldeed u eerder niet aan de drempelwaarde voor stikstofdepositie? Dan is deze regeling wellicht iets voor u. Voorstel grondgebonden melkveehouderij Diverse partijen zijn voorstander van een grondgebonden melkveehouderij, met behoud van het areaal grasland. Onlangs hebben een tweetal Kamerleden een initiatiefwetsvoorstel ingediend. Hoofdlijnen initiatiefwet ‘grondgebondenheid’ Bij deze initiatiefwet wordt Nederland ingedeeld in twee gebieden. Agrarische hoofdstructuur Een groot deel van het landbouwgebied zal binnen een Agrarische hoofdstructuur vallen. Melkveebedrijven binnen dit gebied moeten zich, volgens het voorstel, aan een graslandnorm per GVE houden. In 2028 zou een norm van 0,20 ha grasland (incl. rustgewassen) per GVE gaan gelden. Deze norm wordt stapsgewijs verhoogd naar 0,35 ha/GVE in 2034. Maatschappelijke Landbouw (ML) Voor de aanwijzing van gebieden met ‘Maatschappelijke Landbouw’ wordt gedacht aan (zones rondom) Natura 2000-gebieden, veenweidegebieden en zandgronden met beperkte draagkracht. Voor bedrijven binnen een ML-gebied gaat een maximale GVE-norm per hectare gelden. Volgens het voorstel: in 2034 maximaal 1,5 GVE/ha. Voldoet een bedrijf aan deze norm, dan kan het bedrijf per hectare een vergoeding (€ 1.000 tot € 2.500) ontvangen voor ‘maatschappelijke diensten’. Verantwoorde mestafzet In het wetsvoorstel wordt ook de mestafzet beperkt. Hiervoor wordt Nederland ingedeeld in drie ‘vervoersregio’s. Wordt de mest buiten de vervoersregio van het bedrijf afgevoerd, dan mag dit tot maximaal 100 km vanaf het bedrijf. Haalbaarheid initiatiefwet De kans dat u in de toekomst te maken krijgt met eisen omtrent grondgebondenheid en grasland is behoorlijk groot. Of de initiatiefwet (met eventuele aanpassingen) het uiteindelijk gaat halen is uiteraard niet bekend. Zeker niet gezien de aanstaande verkiezingen. Aandachtspunten rustgewassen Op bouwland op zand- en lössgrond geldt, vanuit de mestwetgeving, een rustgewasverplichting. Daarnaast kunt u binnen het GLB op alle grondsoorten kiezen voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Waar moet u rekening mee houden? Wat speelt in 2026? Rustgewas ‘mest’ Op zand- en lössgrond moet u, op ieder perceel bouwland, in de periode 2023 t/m 2026 tenminste eenmaal een rustgewas telen. Heeft u op een perceel de afgelopen jaren nog geen rustgewas geteeld? Dan bent u verplicht om dit in 2026 alsnog te doen. Verplichting per perceel los van gebruiker De rustgewasverplichting geldt per perceel, ongeacht de gebruiker. Neemt u in 2026 een perceel in gebruik waarop nog geen rustgewas is geteeld? Dan rust de verplichting op u om in 2026 een rustgewas te telen. Voorwaarden rustgewas Voor het telen van een verplicht rustgewas gelden o.a. de volgende voorwaarden: · U teelt een aangewezen rustgewas als hoofdteelt. U mag een mengsel van gewassen telen, waarbij het mengsel voor minimaal 2/3 e uit aangewezen rustgewassen bestaat. · Een combinatie van een (willekeurige) hoofdteelt gevolgd door een vanggewas kan ook als rustgewas gelden. U moet een toegestaan vanggewas na de oogst van de hoofdteelt inzaaien en uiterlijk 31 augustus. U moet het vanggewas minimaal t/m 31 januari telen. Het vanggewas mag niet bemest worden. Een mengsel van vanggewassen is toegestaan, mits, na opkomst minimaal 2/3 e van het gewas uit toegestane vanggewassen bestaat. Onderzaai van een vanggewas is niet toegestaan. · De rustgewasverplichting geldt niet voor percelen met een biologische productiemethode en voor percelen waarop in de periode 2023 t/m 2026 onafgebroken hetzelfde gewas aanwezig is. GLB eco-activiteit ‘Rustgewas’ Op alle grondsoorten kunt u, binnen de GLB ecoregelingen, een toegestaan gewas inzetten voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Vanaf 2026 moet u rekening houden met de ‘1:3 eis’. Voorwaarden rustgewas Voor eco-activiteit ‘Rustgewas’ gelden o.a. de volgende voorwaarden: · U teelt een toegestaan rustgewas als hoofdteelt. · Vanaf 2026 moet u, op alle grondsoorten, per perceel voldoen aan de ‘1:3-eis’. Dit betekent dat u deze eco-activiteit alleen kunt toepassen als u eenmaal in de drie jaar een rustgewas teelt. Wilt u deze eco-activiteit in 2026 toepassen? Dan moet u ook in 2023 en/of later een rustgewas op het betreffende perceel hebben geteeld. Voor de voorgaande jaren kijkt RVO zowel naar de lijst van rustgewassen voor de rustgewasverplichting (mest) als de lijst van rustgewassen voor de eco-activiteit rustgewas (GLB). · Een mengsel van rustgewassen is toegestaan, mits alle gewassen in het mengsel een toegestaan rustgewas zijn. Toegestane rustgewassen Voor zowel de rustgewasverplichting (mest) als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ geldt een gewassenlijst met toegestane rustgewassen. Echter de gewassenlijsten zijn niet aan elkaar gelijk. Zo zijn bijvoorbeeld ‘grassen’ wel toegestaan bij de rustgewasverplichting, maar niet bij de eco-activiteit. Daarnaast staat het gewas gele mosterd niet op de gewassenlijst voor de rustgewasverplichting. Heeft u hier vragen over? Raadpleeg dan uw adviseur. Beweiden en oogsten toegestaan Bij zowel de rustgewasverplichting als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ is het beweiden en/of oogsten van het gewas toegestaan. Bij de rustgewasverplichting moet het onbemeste vanggewas wel in intact blijven t/m 31 januari. Wilt (of moet) u in 2026 een rustgewas telen in het kader van ‘mest’ en/of het ‘GLB’? Houd dan rekening met de (nieuwe) voorwaarden. Kort nieuws Renure stap dichterbij De Europese Commissie heeft ingestemd met de toepassing van Renure. Hiermee is het gebruik van Renure nog niet toegestaan. Ook de Europese Raad en het Europese Parlement moeten nog instemmen. Vervolgens moeten de voorwaarden in Nederlandse regelgeving worden opgenomen. Met Renure mag u extra stikstof uit verwerkte dierlijke mest gebruiken boven op de norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest. Waarschijnlijk mag dit tot 80 kg stikstof per hectare. Renure kan alleen geproduceerd worden met bepaalde toegestane mestverwerkingstechnieken. Ook worden eisen gesteld aan de kwaliteit van Renure. Het gebruik van Renure is positief voor de Nederlandse landbouw. Of dit op uw bedrijf ook het geval zal zijn is mede afhankelijk van de exacte voorwaarden, de beschikbaarheid en de kosten. Stimuleringsregeling vanggewas Op basis van de ‘Stimuleringsregeling vanggewas’ op zand- en lössgrond, wordt u gekort op uw stikstofnorm als u na 1 oktober een vanggewas inzaait. Heeft u nog geen vanggewas ingezaaid en zaait u een perceel in op uiterlijk 31 oktober? Dan is de korting op de stikstofnorm 10 kg N/ha. Zaait u het vanggewas in op 1 november of later? Of zaait u geen vanggewas? Dat is de korting 20 kg stikstof per hectare. Daarnaast geldt voor alle ingezaaide vanggewassen dat u deze niet voor 1 februari mag vernietigen. Doet u dat wel, dan volgt een stikstofkorting van 20 kg/ha. De totale stikstofkorting wordt op bedrijfsniveau verrekend met de stikstoftotaalruimte in het opvolgende jaar. Deze regeling geldt niet voor een verplicht vanggewas na mais. Agenda T/m 31 oktober • Inzaai verplicht vanggewas na snijmais (zand/löss). Vanggewas is wintergraan dat volgend jaar als hoofdteelt wordt geteeld. • Inzaai verplicht vanggewas na biologische snijmais en overige mais (zand/löss). T/m 1 november • Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en fosfaatrechten moet inleveren. T/m 18 november • Aanvragen adviesvoucher en/of bedrijfsplanvoucher, mits budget toereikend is. T/m 1 december • Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en geen fosfaatrechten heeft. Vanaf 1 december • Beslissing en uitbetaling GLB-bedrijfstoeslag 2025. Over ons Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren. Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Hierbij onze contactgegevens: WEA Accountants en Adviseurs Naaldwijk Tel: 0174 – 63 02 41 info@weanaaldwijk.nl WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.