AgroActualiteiten Nummer 4

2 september 2025

Mest: extra maatregelen en doelsturing


In het onlangs gepubliceerde ‘concept 8e Actieprogramma’ zijn, voor de periode 2026-2029, extra mestmaatregelen opgenomen. In gebieden waar de waterkwaliteit in orde is kunnen versoepelingen gaan gelden. Ook wordt waarschijnlijk een start gemaakt met doelsturing.


Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Iedere lidstaat moet ieder vier jaar een ‘Actieprogramma Nitraatrichtlijn’ (AP) indienen bij de Europese Commissie. In het AP worden (extra) maatregelen opgenomen, die ertoe moeten leiden dat de doelen vanuit de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water worden behaald. Het 8e AP loopt over de periode 2026-2029. De overheid wil de genoemde maatregelen in de loop van deze periode invoeren, veelal vanaf 2027.


Waterkwaliteit vaak in orde, niet in alle gebieden

De regio’s met klei- en veengrond voldoen aan de nitraatnorm voor grondwater (50 mg/l). Dit geldt ook voor regio zand-noord. De verwachting is dat met de huidige maatregelen ook de regio zand midden aan de nitraatnorm gaat voldoen. Heeft u percelen in de regio zand-zuid of löss? Deze gebieden voldoen nog niet. U krijgt u vanuit het 8e AP waarschijnlijk te maken met extra maatregelen.


Kwaliteit oppervlaktewater: verbetering nodig

Naar verwachting voldoet in 2027 circa 60% van het oppervlaktewater aan de normen voor stikstof en/of fosfaat. Voor percelen rondom oppervlaktewateren, die nog niet voldoen, gaan extra maatregelen gelden.


Maatregelen: aanscherpingen, soms versoepelingen

De huidige NV-gebieden komen te vervallen en worden vervangen door ‘aandachtsgebieden’. Een aandachtsgebied kan betrekking hebben op stikstof of fosfor of beide. Afhankelijk van de waterkwaliteit worden, volgens het concept 8e AP, aanvullende maatregelen genomen of vinden versoepelingen plaats.


Verwachte maatregelen volgens concept 8e AP

·        De rustgewasverplichting voor zand en lössgrond blijft bestaan. Heeft u percelen in de zandregio’s noord en midden? Dan blijft de rotatieverplichting ‘1 op 4’. Voor de regio’s zand zuid en löss gaat de rotatie naar verwachting naar 1 op 3, met een optie op 2 op 6.

·        De stimuleringsregeling vanggewas op zand- en lössgrond blijft van kracht. Het vanggewas mag u niet bemesten. Wel mag             u het vanggewas vanaf 1 januari vernietigen (nu 1 februari).

·        De verplichting van het telen van een vanggewas na mais gaat ook gelden als u mais teelt op klei- of veengrond.

·        Het vanggewas na mais mag op alle grondsoorten vanaf 1 januari worden vernietigd (nu 1 februari).

·        De stikstofgebruiksnormen op zand- en lössgrond kunnen, afhankelijk van de opgave, worden aangescherpt of verruimd. Ligt   uw perceel in een (nieuw) ‘aandachtsgebied stikstof’? Dan kan de stikstofnorm worden gekort tot maximaal 20% van de (nieuwe) ‘generieke norm’.

·        De verplichte bufferstroken blijven van kracht. Is de waterkwaliteit op klei- en veengrond goed? Dan kan de bufferstrook smaller worden (standaard 1 meter i.p.v. 3 meter).

·        In ‘aandachtsgebieden fosfor’ moet u, volgens planning, op een verplichte bufferstrook van 3 meter en op bufferstroken langs KRW-waterlichamen en ecologisch kwetsbare beken een bezinkgreppel aanleggen.

·        Op zand- en lössgrond moet u, na graslandvernietiging, rekening houden met een korting van 65 kg op de stikstofnorm. Dit geldt voor alle gewassen na gras.

·        Eventuele maatregelen voor ‘behoud grasland’ zijn nog niet nader uitgewerkt.


Start doelsturing

Het is de bedoeling dat binnen het 8e AP een start wordt gemaakt met doelsturing gericht op grondwaterkwaliteit. U kunt hier vrijwillig aan deelnemen. Binnen deze doelsturing ligt de focus op de indicatoren N-mineraal en N-bodemoverschot. Behaalt u goede resultaten? Dan gelden voor u vanaf 2029 mogelijk versoepelingen op bepaalde generieke maatregelen.


Waarschijnlijk worden nagenoeg alle voorgestelde maatregelen doorgevoerd. Als de maatregelen definitief zijn informeren we u hier tijdig over.


Voorstel pacht: stimuleren langlopende pacht

Staatssecretaris Rummenie van LVVN heeft een voorstel voor een herziening van de pachtregelgeving bekend gemaakt. De insteek is om langlopende pacht te stimuleren en kortlopende pacht te ontmoedigen.


Procedure herziening pachtregelgeving

De voorstellen van de staatssecretaris moeten nog verder worden uitgewerkt in een wetsvoorstel. Daarna moeten

de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hier hun goedkeuring over geven. Het zal daardoor nog enige tijd duren voordat de herziene pachtregelgeving definitief is.


Meer nadruk op duurzaamheidsafspraken

In pachtovereenkomsten kunnen voorwaarden opgenomen worden waardoor de pachter duurzamer met de grond om zal gaan. De staatssecretaris wil, vooruitlopende op de herziening, het opnemen van duurzaamheidsafspraken in bestaande reguliere pachtovereenkomsten vergemakkelijken.


Bedrijfsmatigheidstoets AOW-leeftijd

Bij alle bestaande en nieuwe pachtvormen, behalve teeltpacht, kunt u op verzoek van de verpachter, te maken krijgen met een ‘toets op agrarische bedrijfsmatigheid’. De verpachter mag dit verzoek aan u doen, als u als pachter, de AOW-leeftijd bereikt en daarna per zes jaar herhalen. In tegenstelling tot nu moet u dan (als pachter) bewijzen dat u het gepachte bedrijfsmatig agrarisch gebruikt.


(Nieuwe) pachtvormen

Bij de voorgestelde herziening wil de staatssecretaris bestaande pachtvormen aanpassen of vervangen door nieuwe pachtvormen. Ook kunt u straks gebruik maken van een nieuwe langlopende pachtvorm.


Reguliere pacht

De huidige reguliere pacht blijft bestaan. Wel gaat de ‘toets op agrarische bedrijfsmatigheid’ gelden, ook voor bestaande pachtcontracten. Bij nieuwe reguliere pachtcontracten kunt u de pachtprijs zelf bepalen. Vervolgens wordt de pachtprijs jaarlijks aangepast, op basis van een (nog te ontwikkelen) ‘agrarische prijsindexatie’.


Nieuw: Duurzame langlopende pacht

De looptijd van deze nieuwe pachtvorm is volgens het voorstel minimaal 24 jaar voor de pacht van een hoeve, grond en/of gebouwen. U kunt ook hier, samen met de (ver)pachter, de pachtprijs zelf bepalen. Eveneens geldt daarna de agrarische prijsindexatie. Anders dan bij reguliere pacht bestaat bij deze nieuwe pachtvorm geen continuatierecht.


Kortlopende pacht

Deze kortlopende pacht vervangt de geliberaliseerde pacht. De maximale pachtduur wordt 12 jaar. Er geldt geen verplichte minimale pachtduur. De maximaal toegestane pachtprijs wordt afhankelijk van de duur van de pachtovereenkomst: bij een kortere duur geldt een lagere maximum pachtprijs dan bij een langere pachtduur.


Teeltpacht

Deze pachtvorm zal, naar verwachting, vergelijkbaar zijn met de huidige teeltpacht.


Natuurpacht

Deze nieuwe pachtvorm vervangt de huidige reservaatpacht. Voor los land gaat een minimale looptijd van 6 jaar gelden. Het blijft mogelijk om het, in de pachtovereenkomst opgenomen, beheerplan tussentijds te wijzigen. Bij een significante wijziging van het natuurdoel, een functiewijziging en/of een wijziging van het waterpeil kan de terreinbeherende organisatie de overeenkomst eenzijdig opzeggen. Als pachter moet u dan hiervoor gecompenseerd worden.


Heeft u vragen over de voorgestelde herziening van de pachtregelgeving? Informeer dan bij uw adviseur.


Schatting hoogte basis- en ecopremie 2025


Dit jaar is geen extra nationaal budget beschikbaar voor de basis- en ecopremie. Hierdoor moet u rekening houden met een lager bedrag aan basispremie. Mogelijk dat ook een korting op de ecopremie volgt.


Verwachte basis- en ecopremie

Op basis van de ingediende Gecombineerde opgaven 2025 wordt het budget voor de ecoregeling ruim overschreden. Om de ecopremie toch maximaal uit te kunnen keren wordt een deel van het budget voor de basispremie gebruikt voor de ecopremie.


Minimaal bedrag basispremie

De verwachting is dat u in 2025 voor de basispremie minimaal de volgende bedragen ontvangt:

·        € 202 per ha, voor eerste 40 hectare.

·        € 158 per ha, boven 40 ha.


Standaardbedragen ecopremie

De bedoeling is dat u, door de genoemde herverdeling van het budget, de standaardbedragen voor de ecopremie kunt ontvangen: ‘Brons’ € 60/ha, ‘Zilver’€ 100/ha, ‘Goud’ € 200/ha.


Hogere basispremie en/of lagere ecopremie mogelijk

Komen uiteindelijk minder bedrijven voor de ecopremie in aanmerking? Of komen veel bedrijven in een lagere klasse dan aangevraagd? Dan is minder budget voor de ecopremie nodig. In deze situatie kunt u een hogere basispremie verwachten. Blijft de deelname aan ecoregeling vergelijkbaar met de aanvraag? Dan is er, ondanks de herverdeling te weinig budget en zal, tot maximaal 10%, gekort worden op de ecopremie.


Na 15 oktober is de definitieve deelname aan de ecoregeling bekend. Dan kan RVO de definitieve basis- en ecopremie bepalen.


Percelen soms afknippen op kadastrale grens

Geeft u grond of landschapselementen op waarover u geen schriftelijke toestemming krijgt van de eigenaar? Dan kunt u een waarschuwing of korting op uw GLB-subsidies krijgen. Dit kan ook spelen als (een deel) van uw opgegeven perceel buiten de kadastrale grens ligt.


Toestemming voor gebruik

Bent u niet de eigenaar van percelen of landschapselementen waarvoor u GLB-subsidie aanvraagt? Dan moet u bij controle een schriftelijke toestemming van de eigenaar kunnen overleggen. Dit geldt ook als u delen van topografische percelen opgeeft, die buiten de kadastrale grens liggen, zoals bijvoorbeeld bermen en schouwpaden.


Waarschuwing of korting

Heeft u een landschapselement (incl. sloot) of een deel van een topografisch perceel ten onrechte opgegeven? En constateert RVO dit? Dan ontvangt u over dit deel geen basis- en ecopremie. Daarnaast volgt allereerst een waarschuwing. Constateert RVO in één van de opvolgende twee jaar dezelfde soort overtreding (herhaling), dan worden uw GLB-subsidies (basis- en ecopremie) met 5% of 10% gekort. Bij een volgende herhaling is de korting 10% of 20%. Geeft u ten onrechte een geheel topografisch perceel op, dan volgt direct een korting van 10% (bij herhaling 20%).


Voorkom waarschuwing dit jaar

Een waarschuwing heeft geen gevolgen voor de uitbetaling. Maar dit kan wel leiden tot een korting in 2026 of 2027 als RVO deze ‘fout’ opnieuw constateert op hetzelfde of een ander perceel (er is dan sprake van herhaling).


Speelt bovenstaande mogelijk op uw bedrijf? Overleg dan met uw adviseur of het verstandig is om correcties in uw Gecombineerde opgave door te voeren.


Voorstel fors lager budget nieuw GLB

De Europese Commissie heeft een voorstel voor de Meerjarenbegroting 2028-2034 bekend gemaakt. Ondanks dat veel zaken en details nog niet bekend of definitief zijn, lijkt het GLB-budget met circa 25% te dalen.


Meerjarig Financieel Kader

De Meerjarenbegroting van de EU wordt ook wel het ‘Meerjarig Financieel Kader’ (MFK) genoemd. In het voorgestelde MFK voor de jaren 2028 t/m 2034 wordt het totale Europese budget fors verhoogd naar € 2.000 miljard (huidige periode € 1.200 miljard). Er is extra budget nodig voor o.a. concurrentievermogen, defensie, veiligheid en ruimtevaart, crisisbeheersing en steun voor Oekraïne. Daarnaast wordt een budget gereserveerd als ‘Landbouwreserve’ voor bijvoorbeeld klimaatrampen en grote marktverstoringen.


Fors lager budget voor GLB

In de voorstellen is voor het GLB een totaalbedrag voor alle lidstaten van € 300 miljard opgenomen (huidige periode € 386 miljard). Dit betekent een daling van circa 25%.


Eén plan en budget voor diverse onderwerpen

Het voorstel is om lidstaten meer flexibiliteit te bieden in de verdeling van hun EU-budget voor o.a. het GLB, het visserij- en maritiem beleid, het sociaal beleid, migratie en interne veiligheid. Wel moet per lidstaat een minimaal bedrag besteed worden aan het GLB.


Verdeling GLB-budget

Het GLB-budget voor de afzonderlijk lidstaten is nog niet bekend. Wel is bekend dat het GLB-budget besteed moet worden aan inkomenssteun voor boeren en vissers. Dit is inclusief steun voor milieumaatregelen (o.a. ecoregeling en ANLb), investeringen, steun aan jonge landbouwers en risicobeheersinstrumenten.


Onderscheid Pijler I en Pijler II vervalt

Hierbij komt het onderscheid tussen Pijler I (rechtstreekse betalingen) en Pijler II (plattelandsontwikkeling) te vervallen. Dit geeft lidstaten meer flexibiliteit waaraan, o.a. het GLB-budget, wordt besteed. Wel moet iedere lidstaat aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo wordt bijvoorbeeld een minimaal en maximaal bedrag voor de basispremie voor alle lidstaten vastgesteld.


Jonge landbouwers, aftopping ontvangers

Gelijktijdig met het voorstel MFK zijn ook de eerste voorstellen voor uitbetaling van het GLB gepubliceerd. Het voorstel is de uitbetaling met name te richten op jonge landbouwers en kleine en middelgrote bedrijven. Om dit te bewerkstellingen wordt voor aanvragers een gestaffelde aftopping van de te ontvangen GLB-steun voorgesteld:

·        Geen aftopping voor bedragen tot maximaal € 20.000.

·        25 % voor het bedrag tussen € 20.000 t/m € 50.000.

·        50 % voor het bedrag tussen € 50.000 t/m € 75.000.

·        75 % voor het bedrag tussen € 75.000 t/m € 100.000.

·        100% voor het bedrag boven de € 100.000.


Vervolgprocedure

Het voorstel van de Europese Commissie moet nog besproken worden in de Europese Raad en het Europese Parlement. Op een later moment starten onderhandelingen tussen deze drie partijen. Over de voorstellen zullen flinke discussies volgen. Zeker over het extra budget dat de afzonderlijke lidstaten beschikbaar moeten stellen. Het zal dus nog enige tijd duren voordat het MFK definitief vastgesteld wordt.


De nieuwe EU-budgetten zijn nog niet definitief. Maar waarschijnlijk ontvangt u vanaf 2028 minder GLB-steun door een lager budget en de voorgestelde aftopping.


Kort nieuws


Wijzigingen ecoregeling 2026

De ecoregeling 2026 wordt, naar verwachting, vergelijkbaar met de ecoregeling van dit jaar. Wel worden de waarden voor de eco-activiteit ‘Stikstofbindend gewas’ fors verlaagd:

·        Regio 1: € 415/ha (nu € 1.995/ha).

·        Regio 2: € 585/ha (nu € 2.308/ha).

 

Uw rustgewas zal alleen als eco-activiteit meetellen als u in tenminste één van de drie voorgaande jaren ook een rustgewas teelde. Daarnaast is de planning om enkele wijzigingen in gewassenlijsten door te voeren.

 

Aanvraag SABE-subsidies in oktober

De planning is om de SABE-subsidies ‘Adviesvoucher’ en ‘Bedrijfsplanvoucher’ open te stellen in de periode van 7 oktober t/m 18 november 2025. Beide vouchers kunt u alleen besteden via een erkende BAS-adviseur. Afgelopen jaren was de belangstelling voor deze vouchers zeer groot. Tot nu toe werden de aanvragen afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Bereid u dus tijdig voor.

 

Controle wijziging SBI-code bij KVK

KVK wil in de periode van 5 t/m 7 september de SBI-codes aanpassen. Daarnaast worden uw SBI-codes opnieuw vastgesteld op basis van uw, bij KVK, geregistreerde bedrijfsactiviteiten. De wijzigingen voor ‘landbouw’ lijken beperkt te zijn. Desondanks is het verstandig om na 7 september uw SBI-codes te controleren bij KVK. Voor het GLB is met name de SBI-code van uw hoofdactiviteit van belang. Indien nodig kunt u vooraf de beschreven bedrijfsactiviteiten nakijken en zo nodig aanpassen. De kans dat KVK de juiste SBI-code toekent is dan groter.

 

Agenda

T/m 1 oktober

•     Inzaai verplicht vanggewas direct na snijmais (zand/löss).

Vanaf 2 oktober

•     Start ‘stikstofkorting’ volgens ‘Stimuleringsregeling vanggewas’ (zand/löss).

o  Inzaai 2 okt t/m 14 okt: korting 5 kg N/ha.

o  Inzaai 15 okt t/m 31 okt: korting 10 kg N/ha.

o  Geen inzaai of vanaf 1 nov: korting 20 kg N/ha.

T/m 15 oktober

•     Actualiseren Gecombineerde opgave. Bepaalde wijzigingen eerder doorgeven, zodra dit bekend is. Zoals bijvoorbeeld intrekken eco-activiteit bij niet (meer) voldoen aan de voorwaarden.

T/m 31 oktober

•     Inzaai verplicht vanggewas na snijmais (zand/löss). Vanggewas is wintergraan dat volgend jaar als hoofdteelt wordt geteeld.

•     Inzaai verplicht vanggewas na biologische snijmais en overige mais (zand/löss).

   

Over ons

Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren.

Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Kijk hieronder voor de contactgegevens van een WEA vestiging bij u in de buurt.

 

Onze kantoor/adviseurs:

WEA Accountants & Adviseurs

Stokdijkkade 19 

Naaldwijk

Tel.0174 – 63 02 41

info@weanaaldwijk.nl


WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.

     

 

31 oktober 2025
1. Ook adviseur Hoge Raad vindt belastingrente vennootschapsbelasting te hoog Bij de Hoge Raad ligt de vraag voor of de belastingrente van 8% die berekend is over een aanslag vennootschapsbelasting te hoog is. Een rechtbank oordeelde eind 2024 dat dit zo is en ook de adviseur van de Hoge Raad vindt dit percentage te hoog. De adviseur geeft aan dat het hem een redelijke uitkomst lijkt om de belastingrente zowel voor de vennootschapsbelasting als voor andere belastingen vast te stellen op het percentage van de wettelijke niet-handelsrente. Die rente bedroeg in 2022 2%, van 1 januari tot 1 juli 2023 4%, daarna tot 1 januari 2024 6%, in heel 2024 7% en vanaf 1 januari 2025 weer 6%. De bezwaren over de belastingrente zijn aangewezen als massaalbezwaarprocedure. Dit betekent dat degenen die in soortgelijke geschillen bezwaar maken of hebben gemaakt pas een uitspraak op dit bezwaar krijgen als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Wilt u aansluiten bij deze massaalbezwaarprocedure, dan is het zaak om op tijd in bezwaar te gaan. De AG heeft de Hoge Raad nu geadviseerd. Het is nog afwachten of de Hoge Raad dit advies wel of niet (deels) opvolgt. 2. Verplichte AOV voor zelfstandigen weer een stap dichterbij Het wetsvoorstel Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) is naar de Raad van State gestuurd. Het voorstel voor deze verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen is daarmee weer een stap dichterbij. In het wetsvoorstel Baz wordt elke zelfstandige verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid tot de AOW-leeftijd. Dat kan door deelname aan de Baz, maar kan ook, onder voorwaarden, door de keuze voor een private verzekering. De voorgestelde premie bedraagt 5,4% van de winst van de zelfstandige, met een maximum van naar verwachting € 171 bruto per maand. De voorgestelde wachttijd voordat een zelfstandige een AOV-uitkering krijgt, bedraagt twee jaar. Het is nog niet zeker of en zo ja vanaf wanneer er een verplichte AOV voor zelfstandigen komt. Het wachten is nu eerst op het advies van de Raad van State en daarna aanbieding en behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede en Eerste Kamer. 3. Invoering leegstandbelasting woningen De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen waardoor gemeenten de mogelijkheid krijgen om een leegstandbelasting in te voeren. Die leegstandbelasting wordt dan geheven van de eigenaar van een binnen de gemeente gelegen woning als deze langer dan twaalf maanden leegstaat. De maatregel geldt voorlopig alleen voor leegstaande woningen en niet voor leegstaande andere panden. Gemeenten mogen na invoering van de maatregel zelf beslissen of ze een leegstandbelasting invoeren en hoe hoog deze dan is. Het aangenomen amendement zal in een wetsvoorstel worden opgenomen. De Eerste Kamer moet hiermee nog instemmen. Het is daarom nog niet definitief. 4. Vanaf 4 november subsidie vermindering vrachtwagenkilometers Samenwerkingsverbanden waarbinnen minimaal één onderneming actief is als transportbedrijf of verlader of eigen vervoerder, kunnen vanaf 4 november 2025 de Tijdelijke subsidieregeling samenwerking in de logistieke keten (SiLK) aanvragen. Doel is het verminderen van het aantal kilometers van vrachtwagens op Nederlandse snelwegen. De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die blijvend het aantal kilometers verminderen. Denk daarbij aan het bundelen van ladingen, het voorkomen van lege en dubbele ritten door transportplanningen, het verkleinen van afstanden door de distributie-/overslaglocatie te veranderen etc. De subsidie bedraagt 75% van de projectkosten, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 100.000. Meer informatie en alle voorwaarden vindt u op de website van RVO.nl . 5. Tijdelijke wet transparantie turboliquidaties met twee jaar verlengd Met een turboliquidatie kan een bv of een andere rechtspersoon snel worden beëindigd en ontbonden. Hiervoor is vereist dat er geen bezittingen en vorderingen meer in de bv zijn op het moment van ontbinding van de bv. Anders moet u de wettelijke vereffeningsprocedure volgen. Sinds 15 november 2023 geldt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. Deze wet biedt meer transparantie en controle voor schuldeisers, onder meer door de verplichting om schuldeisers te informeren en om een financiële verantwoording af te leggen bij de KvK. Deze tijdelijke wet wordt vanaf 15 november 2025 met twee jaar verlengd in voorbereiding op een permanente wet. Denkt u aan een turboliquidatie, neem dan voor advies over uw eigen situatie altijd contact op met onze adviseurs. 6. Is de contributie van een vereniging aftrekbaar als gift? Onder voorwaarden kunt u de aan een vereniging betaalde contributie in de inkomstenbelasting aftrekken als gift. Daarvoor moet de vereniging een algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn en mag tegenover de contributie geen directe tegenprestatie staan. Is de directe tegenprestatie slechts symbolisch, dan staat dat niet aan de aftrek als gift in de weg. Bij een symbolische tegenprestatie moet u denken aan een tijdschrift dat u periodiek van de vereniging ontvangt of het recht om bepaalde natuurterreinen tegen een lager tarief te bezoeken. Is de tegenprestatie niet symbolisch, maar is de waarde wel lager dan de contributie? Dan geldt het deel van de contributie boven de waarde van de tegenprestatie als aftrekbare gift.
31 oktober 2025
Als u een woning erft of geschonken krijgt, wordt de waarde van de woning op dit moment berekend naar de WOZ-waarde. Voorgesteld is om dit per 2027 bij schenkingen te berekenen naar de waarde in het economisch verkeer (WEV). WOZ Als u iets erft of geschonken krijgt, wordt de waarde over het algemeen berekend naar de WEV. Alleen voor woningen geldt een afwijkende waardering. Daarbij mag de verkrijger kiezen voor de WOZ-waarde van het jaar waarin de verkrijging plaatsvindt of de WOZ-waarde van het jaar erna. Voorstel: WEV In een internetconsultatie wordt voorgesteld om vanaf 2027 de waardering van woningen bij schenkingen ook te laten plaatsvinden tegen de WEV. Voor woningen die u erft, blijft de waardering ook vanaf 2027 gebaseerd op de WOZ-waarde. Let op: Dit betreft pas een internetconsultatie . Het voorstel moet nog worden aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer. Pas als het daar is aangenomen, is het definitief. Mogelijkheden tot 2027 Zolang de wet niet gewijzigd is (het voorstel is vanaf 2027), kunnen er bij schenkingen nog voordelen ontstaan bij een verschil tussen de WOZ en de WEV van een woning. Dit wordt duidelijk aan de hand van de volgende voorbeelden. WOZ lager dan WEV: schenking woning tegen WOZ-waarde Stel, de WOZ-waarde van een woning is € 300.000 en de WEV € 350.000. Bij schenking van de woning wordt schenkbelasting berekend op basis van € 300.000. Als de verkrijger de woning daarna meteen doorverkoopt tegen de WEV, ontvangt hij effectief € 350.000, maar betaalt hij maar schenkbelasting op basis van € 300.000. Als het voorstel doorgaat, wordt de schenkbelasting vanaf 2027 berekend op basis van € 350.000. WOZ lager dan WEV: verkoop woning tegen WOZ-waarde Stel dat de woning in het vorige voorbeeld niet geschonken wordt, maar verkocht tegen de WOZ-waarde van € 300.000. Economisch vindt er dan een schenking plaats van € 50.000 (€ 350.000 WEV minus € 300.000 verkoopprijs). De waarde van de schenking voor de schenkbelasting is echter nihil, omdat de waarde van de woning wordt bepaald op de WOZ-waarde. Als het voorstel doorgaat, wordt vanaf 2027 schenkbelasting berekend op basis van € 50.000 (WEV € 350.000 minus verkoopprijs € 300.000). Let op: Neem voor uw eigen situatie altijd contact op met onze adviseurs.
31 oktober 2025
Wie in het verleden een ontslagvergoeding belastingvrij onderbracht in een bv, moet zich realiseren dat liquidatie van die bv kan leiden tot afkoop van dit stamrecht en dus belastingheffing. Dit ondervond ook een dga die zijn bv liquideerde. Stamrechtvrijstelling Tot en met 2013 was het mogelijk om, onder voorwaarden, een ontslagvergoeding belastingvrij onder te brengen in een bv. Kort samengevat: de ontslagvergoeding werd in de bv ondergebracht in een zogenaamd stamrecht, een recht op periodieke uitkeringen voor de ontslagen werknemer. Die uitkeringen mochten niet later ingaan dan in het jaar waarin de ontslagen werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Als voldaan werd aan alle voorwaarden kon de ontslagvergoeding met toepassing van de stamrechtvrijstelling belastingvrij ondergebracht worden in de bv. Let op: Uiteindelijk blijft de ontslagvergoeding over het algemeen niet helemaal belastingvrij. De uitkeringen die later uit het stamrecht door de bv gedaan worden, zijn namelijk wel belast. Afschaffing en overgangsrecht Met ingang van 1 januari 2014 werd de stamrechtvrijstelling afgeschaft. Voor al bestaande stamrechten bleef deze echter wel van toepassing. Over de uitkeringen uit het stamrecht is dan ook gewoon nog belasting verschuldigd, ondanks de afschaffing van de vrijstelling. De afschaffing van de stamrechtvrijstelling betekent verder ook niet dat de bv waarin het stamrecht is ondergebracht zonder fiscale consequenties kan worden geliquideerd. Afkoop stamrecht door liquidatie bv Dit ondervond ook iemand die in 2009 een ontslagvergoeding met toepassing van de stamrechtvrijstelling onderbracht in een bv. Hij liquideerde deze bv in 2020. De Belastingdienst stelde dat de dga zijn stamrecht had afgekocht nu er na de liquidatie van de bv geen vermogen meer aanwezig was om de uitkeringen uit het stamrecht te betalen. De Belastingdienst legde vervolgens een navorderingsaanslag op voor de afkoop van dit stamrecht. Voor de hoogte van de afkoopsom sloot de Belastingdienst aan bij het in de bv aanwezige vermogen op het moment van liquidatie van de bv (in casu € 164.073). De dga was het hier niet mee eens en legde dit voor aan een rechtbank. Die stelde de Belastingdienst in het gelijk. Let op: Ook in 2025 zullen er nog legio bv’s zijn met een stamrecht, ontstaan uit een ontslagvergoeding. Heeft u zo’n bv, houd dan rekening met de fiscale claim die nog rust op het in de bv aanwezige stamrecht. Heeft u daar vragen over, neem dan contact op met onze adviseurs.