2. Gebruikelijk loon en vrijwilligersvergoeding

2.1 Gebruikelijk loon
Het normbedrag voor het gebruikelijk loon is in 2025 gelijk aan het normbedrag in 2024 en bedraagt € 56.000 per jaar. Bij het vaststellen van de hoogte van het gebruikelijk loon voor een dga en zijn meewerkende partner moet uitgegaan worden van het hoogste van de volgende bedragen:
§ het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
§ het hoogste loon van de overige werknemers van de bv of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
§ € 56.000 (2024: € 56.000).
Is het loon dat hieruit volgt hoger dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking? Dan mag u het gebruikelijk loon vaststellen op dat loon. De discussie met de Belastingdienst hierbij zal met name gaan over de vraag of het door u gestelde loon inderdaad het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is.
Let op:
Werkt de dga en/of zijn meewerkende partner in deeltijd? En kunt u voldoende aannemelijk maken dat de dienstbetrekking in deeltijd wordt uitgevoerd? Dan kunt u op het fulltime loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het fulltime loon van de meestverdienende werknemer het deeltijdspercentage toepassen voor de vaststelling van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer. U moet dan wel ook voldoende aannemelijk maken dat dit deeltijd loon ook voor de meest vergelijkbare deeltijddienstbetrekking en/of de meestverdienende in deeltijd werkende werknemer zou gelden. Dit deeltijdspercentage kunt u overigens niet toepassen op het bedrag van € 56.000.
In sommige situaties kunt u uitgaan van een nog lager loon. Zo kunnen startende ondernemingen, onder voorwaarden, maximaal drie jaar van een lager loon uitgaan als de bv het gebruikelijk loon niet kan betalen door het opstarten van de onderneming. Ook als uw onderneming zo veel verlies lijdt dat de continuïteit van uw onderneming in gevaar komt, kunt u, onder voorwaarden, van een lager loon uitgaan.
Tip!
Als het gebruikelijk loon bepaald is, kan het reguliere loon soms lager worden vastgesteld. Naast dit reguliere loon in geld tellen namelijk ook andere looncomponenten mee voor de beoordeling of het loon gebruikelijk is. Denk hierbij aan:
- de bijtelling van de auto van de zaak;
- ander loon in natura;
- vergoedingen en verstrekkingen in de werkkostenregeling, als deze individueel aan de dga zijn toe te wijzen.
2.2 Onbelaste vrijwilligersvergoeding blijft € 2.100 in 2025
De maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding blijft in 2025 gelijk aan 2024, namelijk € 2.100 per jaar. De vergoeding per maand is in 2025 ook hetzelfde als in 2024 en bedraagt maximaal € 210.
Let op:
De vrijwilligersvergoeding moet binnen de maximale bedragen blijven en de vrijwilliger moet de werkzaamheden niet bij wijze van beroep verrichten voor aangewezen, niet-commerciële organisaties. De Belastingdienst gaat ervan uit dat de werkzaamheden niet bij wijze van beroep worden verricht als de maximumuurvergoeding in 2025 € 5,60 bedraagt (in 2024 was dit nog € 5,50). Voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar bedraagt deze maximum uurvergoeding in 2025 € 3,30 (in 2024 € 3,25).
Tip!
Eind november 2024 is in de Eerste Kamer een motie aangenomen waarin de regering verzocht wordt om de mogelijkheden te onderzoeken om vrijwilligers en mantelzorgers door bijvoorbeeld een hogere maximale vergoeding meer ruimte te geven om vrijwilligerswerk te doen. De regering is verzocht om de uitkomsten van dit onderzoek voor de Voorjaarsnota 2025 aan de Eerste Kamer voor te leggen.

