5. Subsidies en tegemoetkomingen

feb. 09, 2024

5.1     Subsidieregeling praktijkleren


De subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten die werkgevers maken voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. Het doel van de regeling is goed opgeleid personeel dat beter voorbereid is op de arbeidsmarkt.

 

De subsidieregeling praktijkleren richt zich vooral op:

§  kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor wie toegang tot de arbeidsmarkt een probleem is;

§  studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel;

§  wetenschappelijk personeel dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

 

Het subsidiebedrag per gerealiseerde praktijkleerplaats of gerealiseerde werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag voor de desbetreffende categorie, gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkleerplaatsen of werkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie voor die categorie, met een maximum van € 2.700 per gerealiseerde praktijkleerplaats of gerealiseerde werkleerplaats.

 

Erkende leerbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie in het mbo krijgen een extra toeslag op de subsidie praktijkleren. Deze toeslag is alleen nog voor het studiejaar 2023/2024 beschikbaar.

 

Op 31 oktober 2023 is de verlenging van de Subsidieregeling praktijkleren in de Staatscourant gepubliceerd. Dit betekent dat u tot en met studiejaar 2027/2028 jaarlijks subsidie kunt aanvragen. Er zijn een paar wijzigingen in de regeling. De belangrijkste zijn:

 

§ De sluitingsdatum om subsidie aan te vragen wordt 17 september 17:00 uur (van 2024 tot en met 2027). Alleen in 2028 is de sluitingsdatum 18 september 17:00 uur.

§ Een inschrijving in het Register Onderwijs Deelnemers (ROD) voor de leerlingen/studenten waarvoor u subsidie aanvraagt, is met ingang van studiejaar 2023/2024 een voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen. De onderwijsinstellingen zijn verantwoordelijk voor het doorvoeren van de inschrijvingen van leerlingen en studenten voor de opleidingen en voor de periodes van beroepspraktijkvorming (BPV) bij de leerbedrijven (in het ROD).

 

Een aanvraag indienen is in 2024 weer mogelijk vanaf maandag 3 juni 2024 tot dinsdag 17 september 2024 17.00 uur.

 

5.2    Subsidie praktijkleren derde leerweg


Ook in 2024 kunt u weer subsidie aanvragen voor de regeling praktijkleren in de derde leerweg. De subsidieregeling is alleen beschikbaar voor praktijkplaatsen voor werkzoekenden of voor werkenden die binnenkort werkloos dreigen te worden. De data van de aanvraagperioden 2024 zijn op dit moment nog niet bekend, maar kunt u na bekendmaking hier vinden.

 

Voorwaarden subsidie

De subsidie vergoedt een deel van de kosten die een erkend leerbedrijf maakt voor de praktijkbegeleiding van een student die een mbo-opleiding in de derde leerweg volgt en die werkzoekende is of werkloos dreigt te worden. Er moet sprake zijn van kortlopende bij- en omscholing.

 

Je bent werkzoekend als je als werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV. Dat zijn mensen met een uitkering die kunnen werken, maar ook mensen zonder uitkering kunnen zich inschrijven bij het UWV als werkzoekende.

 

Omvang subsidie

Als erkend leerbedrijf kunt u de subsidie voor maximaal 40 weken krijgen. Realiseert u voor deze duur een praktijkplaats, dan bedraagt de subsidie maximaal € 2.700. Het beschikbare budget bedraagt € 4,5 miljoen per aanvraagronde. Zijn er meer aanvragen dan beschikbaar budget, dan wordt dit verdeeld over de aanvragers. De regeling loopt in ieder geval tot eind 2025.

 

Let op!
Voor mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl) kunt u deze subsidie niet aanvragen.

 

Nog geen erkend leerbedrijf?

Bent u nog geen erkend leerbedrijf? Wellicht komt u in aanmerking. Check de daarvoor gestelde voorwaarden hier. De erkenning wordt iedere vier jaar getoetst.

 

5.3     SLIM-subsidieregeling 2024


De SLIM-subsidie kan u helpen personeel gemotiveerd én gekwalificeerd te houden. Voor projecten die subsidiabel zijn voor de SLIM-subsidie kunt u denken aan:

§  Het opstellen van een opleidings- of ontwikkelingsplan waarin de onderneming wordt doorgelicht en de scholingsbehoefte vanuit de onderneming inzichtelijk wordt.

§  Het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen voor uw werknemers.

§  Het ontwikkelen of invoeren van een nieuwe methode, waarbij uw werknemers worden gestimuleerd hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen tijdens het werk (denk aan motiverend leiderschap, coaching en het opstellen van functieprofielen).

§  Het bieden van praktijkleerplaatsen, derde leerweg.
 

Het subsidiepercentage van de SLIM-subsidie zit tussen de 60-80% van de subsidiabele kosten, de maximale subsidie bedraagt € 25.000.

 

In 2023 was de SLIM-subsidie alleen beschikbaar voor mkb-ondernemingen, samenwerkingsverbanden in het mkb en grootbedrijven uit de sectoren landbouw, horeca en recreatie. Vanaf 2024 wordt het waarschijnlijk tijdelijk ook mogelijk de subsidie in te zetten voor individuele scholing. Daarnaast wordt het budget in 2024 aanzienlijk verhoogd met € 73,5 miljoen. 

 

Let op!
Of een bedrijf onder de sector landbouw, horeca of recreatie valt, moet blijken uit de SBI-code van het CBS.

De eerste aanvraagperiode voor mkb-ondernemingen in 2024 loopt van 1 maart 2024 9.00 uur tot 28 maart 2024 17.00 uur. Daarna volgt nog een aanvraagperiode van 2 september 2024 9.00 uur tot 30 september 2024 17.00 uur. Voor de samenwerkingsverbanden en grootbedrijven is in 2024 een aanvraag mogelijk van 3 juni 2024 9.00 uur tot 31 juli 2024 17.00 uur.


5.4    Wijzigingen Wet tegemoetkomingen loondomein


Het kabinet wil de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) beter laten functioneren. De wet draagt te weinig bij om werkgevers te stimuleren mensen met een kwetsbare positie in dienst te nemen en te houden.

 

In de Wtl zijn drie instrumenten opgenomen: lage-inkomensvoordeel (LIV), het loonkostenvoordeel (LKV) en het Jeugd-LIV. Het LIV wordt mogelijk afgeschaft per 1 januari 2025. Het geld dat vrijkomt, blijft beschikbaar voor werknemers uit de doelgroep banenafspraak.

Het Jeugd-LIV is al eerder gehalveerd en is per 2024 afgeschaft. In 2024 vindt nog wel de uitbetaling van het Jeugd-LIV over 2023 plaats.

 

Daling bovengrens uurlooncriterium LIV

De bovengrens van het uurlooncriterium van het LIV daalt per 1 januari 2024 van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon (WML). Om in aanmerking te komen voor het LIV moet het gemiddelde uurloon in 2024 daarom minimaal € 14,33 en maximaal € 14,91 bedragen. In 2023 was dit nog minimaal € 12,04 en maximaal € 15,06.

 

Aangekondigde afschaffing LKV oudere werknemers

Als u aan alle voorwaarden voldoet, krijgt u onder de huidige wetgeving voor de werknemer maximaal drie jaar een loonkostenvoordeel van € 3,05 per verloond uur met een maximum van € 6.000 per kalenderjaar.

 

Let op!
U moet ook over een doelgroepverklaring beschikken voor de werknemer. Deze kan de werknemer aanvragen bij het UWV of – bij een bijstandsuitkering – bij de gemeente. De doelgroepverklaring moet binnen drie maanden na aanvang van de dienstbetrekking zijn aangevraagd.

 

Stapsgewijze afschaffing

Het LKV voor oudere werknemers wordt waarschijnlijk vanaf 2025 afgeschaft. Dit is in november 2022 in een Kamerbrief aangekondigd, maar moet nog in een wetsvoorstel worden opgenomen. De Tweede en Eerste Kamer moeten hier dan daarna nog over beslissen. Als de aangekondigde wijziging door de Tweede en Eerste Kamer wordt aangenomen, wordt het LKV oudere werknemers vanaf 2025 in stappen afgeschaft. Hoe deze stappen verlopen, is afhankelijk van het moment waarop voor het eerst recht bestaat op het LKV.

 

-      Is de dienstbetrekking waarvoor recht bestaat op het LKV oudere werknemers gestart vóór 1 januari 2024, dan blijft gewoon drie jaar lang recht bestaan op € 3,05 per verloond uur. In deze situatie kan dus, als de drie jaar nog niet verstreken zijn, ook in 2026 nog recht bestaan op het LKV.

-      Start de dienstbetrekking waarvoor recht bestaat op het LKV oudere werknemer vanaf 1 januari 2024, dan bestaat in 2024 recht op € 3,05 per verloond uur en in 2025 op € 1,35 per verloond uur. Vanaf 2026 bestaat dan geen recht meer op het LKV oudere werknemer.

 

Tip!
Start de dienstbetrekking van uw oudere werknemer in 2024 of later, ga dan na, vooruitlopend op de aangekondigde wetswijziging, of u voor de werknemer misschien ook recht heeft op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer. Voor dit LKV bestaan namelijk geen plannen om het af te schaffen. En dit LKV bedraagt ook € 3,05 per verloond uur, met een maximum van € 6.000. Als u een beroep op het LKV arbeidsgehandicapte werknemer kunt doen, wordt u niet geraakt door de voorgenomen afbouw van het LKV oudere werknemer.

 

Andere aangekondigde wijzigingen in LKV’s

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft nog meer wijzigingen voor ogen voor de LKV’s. Zo moet het LKV werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden vanaf (beoogd) 2025 structureel beschikbaar worden. Dit maakt dan een einde aan de maximale toepassingsperiode van drie jaar die nu geldt. Het is ook de bedoeling dat dan geen doelgroepverklaring meer hoeft te worden aangevraagd.


Verder staan per 2026 de volgende wijzigingen gepland:

§  Voor uitkeringsgerechtigden van 56 jaar en ouder, arbeidsgehandicapten en herplaatste arbeidsgehandicapten wordt het mogelijk om de resterende duur van een LKV bij een wisseling van werkgever mee te nemen naar de nieuwe werkgever. Nu stopt het LKV in deze situaties en kan er vaak geen nieuwe worden aangevraagd.*

§  De voorwaarden van het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer worden aangepast, zodat werkgevers vaker recht hebben op dit loonkostenvoordeel.

 

*Bij overgang van onderneming neemt de Belastingdienst het standpunt in dat een LKV vervalt en niet mee overgaat naar de overnemende werkgever. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in 2022 in een procedure aangegeven dat een LKV in een dergelijke situatie wel meegenomen zou moeten worden naar de overnemende werkgever. Het ging om het vervallen van de doelgroepverklaring. Het gerechtshof oordeelde dat de doelgroepverklaring geldig blijft, omdat de doelgroepverklaring door of namens de werknemer – en niet door of namens een werkgever – wordt aangevraagd en verkregen. Alle rechten en plichten gaan over, ook het LKV. Op 23 april 2023 bevestigde een advocaat-generaal dit standpunt in zijn advies aan de Hoge Raad. Nu is het dus nog afwachten wat de Hoge Raad zelf oordeelt. Zet zekerheidshalve in de aangifte loonheffingen wel het vinkje aan voor het LKV om eventuele rechten niet mis te lopen. Klopt de voorlopige berekening in 2024 niet, maak dan tijdig bezwaar.

 

5.5    Loonkostensubsidieregeling aangepast per 1 juli 2023


Per 1 juli 2023 is de loonkostensubsidieregeling op een aantal punten gewijzigd. De voorwaarden zijn versoepeld en de beslissingstermijn na aanvraag is verkort. De wijzigingen hebben als doel om het voor u als werkgever aantrekkelijker te maken om een werknemer met een beperking in dienst te nemen.

Loonkostensubsidie bij minder productie

Voor werknemers die als gevolg van een beperking ten opzichte van een medewerker zonder beperking minder productief zijn, kunt u onder bepaalde voorwaarden een loonkostensubsidie krijgen. Deze subsidie compenseert het verschil tussen de loonwaarde van een werknemer en het minimumloon, met als maximum 70% van het minimumloon. 

 

Aanvragen kan nu ook na start dienstverband

Per 1 juli van 2023 kunt u de loonkostensubsidie tot zes maanden na de start van het dienstverband aanvragen. Dit kon eerst alleen voor werknemers van wie het dienstverband nog niet gestart was. Voorwaarde hiervoor is dat de werknemer voorafgaand aan het dienstverband praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of een mbo-opleiding niveau 1 heeft gevolgd.

 

Gemeente moet nu binnen vijf weken beslissen

U dient de aanvraag voor de loonkostensubsidie in bij de gemeente waar de werknemer staat ingeschreven. De gemeente moet binnen vijf weken na vaststelling van de loonwaarde (of een beslissing dat een loonwaardemeting achterwege kan blijven) een beschikking afgeven over de aanvraag. 

 


 

05 apr., 2024
Werkgevers kunnen binnenkort voor hun personeel een Verklaring omtrent gedrag (VOG) ook digitaal aanvragen. Het digitaal aanvragen wordt in fases uitgevoerd. Uiterlijk op 21 mei 2024 is digitaal aanvragen voor alle werkgevers mogelijk. Verklaring omtrent gedrag Werkgevers vragen soms om een Verklaring omtrent gedrag (VOG). Via een VOG wordt duidelijk of een werknemer strafbare feiten heeft gepleegd die in de weg staan bij het uitoefenen van een functie. Of een strafbaar feit bij een functie in de weg staat, is afhankelijk van het strafbare feit en van de functie. Een VOG is soms wettelijk verplicht, zoals bij de politie, in de kinderopvang en voor taxichauffeurs. Digitaal naast papier De digitale aanvraag komt beschikbaar naast de papieren variant. De inhoud is grotendeels hetzelfde en ook de kosten zijn gelijk, namelijk € 33,85. Een digitale aanvraag levert snelheidswinst op en kan veiliger worden verwerkt. Controle op echtheid Een digitale aanvraag kan ook worden gecontroleerd op echtheid. Ook dit kan digitaal via de site validatie.nl. Planning in fases Het digitaliseren van de VOG-aanvraag wordt uitgevoerd in fases. Afhankelijk van het KVK-nummer komt dit voor alle werkgevers de komende maanden beschikbaar. Uiterlijk op 21 mei 2024 is digitaal aanvragen voor alle werkgevers mogelijk.
door duda-wsm 02 apr., 2024
De Werkkostenregeling (WKR) biedt werkgevers de mogelijkheid om onbelaste vergoedingen aan werknemers te geven. Hoewel de WKR kansen biedt om personeel fiscaal vriendelijk te belonen, zijn er valkuilen die tot onverwachte belastingheffingen kunnen leiden. In deze blog bespreken we de meest voorkomende fouten en delen we tips om deze te voorkomen.
29 mrt., 2024
Het arbeidscontract dat je aangaat met je werknemer legt jullie rechten en plichten vast. Een van onze KVK-ondernemeradviseurs vertelt hoe je het juiste arbeidscontract kiest en hoe je het arbeidscontract na enige tijd evalueert. Stap 1: inhuren of in dienst nemen? De eerste stap is kiezen of je iemand in dienst neemt of gaat inhuren . Bedenk waarom je iemand wilt aannemen. Doe een stap terug en kijk naar je bedrijf, je toekomstvisie, markt en concurrentie . Wil je bijvoorbeeld meer omzet of kennis binnenhalen? Of wil je groeien en een extra webshop naast je winkel openen? Zet de aanleiding voor personeel aannemen af tegen de markt en je concurrenten, zodat je ziet waar kansen en bedreigingen liggen. Maar raak niet verstrikt in details. Inhuren Heb je behoefte aan extra handen, maar wil of kun je zelf geen vast personeel in dienst nemen? Dan kan het in de arm nemen van een uitzend- , detacheringsbureau of zzp'er uitkomst bieden. Risico’s als ziekteverzuim zijn dan voor de externe partij. Denk wel na over het volgende: huur je een werknemer via een externe partij in, dan betaal je gemiddeld twee keer het afgesproken brutoloon. De werkgeverslasten, zoals vakantiegeld, belasting en de zorgverzekeringswet, zijn in deze uurprijs inbegrepen. In dienst Het in dienst nemen van personeel helpt je bedrijf te groeien. Vaste werknemers zijn bekender met het werk en de klanten, en op de lange termijn behoud je hierdoor kwaliteit en kennis. Als je vast personeel wilt aannemen, moet je wel over onderstaande zaken nadenken: Kun je de loonkosten betalen ? Onder deze loonkosten vallen salaris, vakantiegeld en sociale lasten voor de zorgverzekeringswet. Daarnaast heb je aanvullend secundaire of tertiaire arbeidsvoorwaarden , zoals een dertiende maand, bonus of leaseauto. Deze kosten zijn voor jouw rekening. Bereken de loonkosten, bijvoorbeeld via een online tool . Kun je het extra werk, zoals werving en selectie, administratie, organisatie en leidinggeven, aan? Als je iemand zelf in dienst neemt, heb je tijd voor deze taken nodig. Kun je de risico’s dragen? Wanneer je zelf personeel in dienst neemt, zijn alle risico’s voor jouw rekening. Daaronder valt bijvoorbeeld ziekteverzuim . Je kunt deze risico’s dekken met een ziekteverzuimverzekering . Bereken via online tools van verzekeraars wat een ziekteverzuimverzekering voor jouw situatie kost. Wil en kun je zelf medewerkers aannemen? Lees hieronder verder bij stap 2. Stap 2: tijdelijk of langdurig werk? Bepaal of je het personeel voor een tijdelijke of langdurige periode nodig hebt. Langdurig werk Hoe langer iemand voor je werkt, hoe beter hij het bedrijf en de werkzaamheden kent. Verwacht je dat de werkzaamheden die de werknemer gaat verrichten de aankomende jaren blijven bestaan? Een vast contract voor onbepaalde tijd zou dan kunnen passen. Hierbij ga je een langdurige werkrelatie aan en kun je tijdens de proeftijd testen of iemand in je bedrijf past en de functie goed uitvoert. Een langdurig contract past bij meerdere situaties, bijvoorbeeld: Je vervangt een vertrekkende werknemer met een lang dienstverband. Je zoekt een werknemer die de aankomende jaren een nieuwe functie gaat vervullen. Je verwacht in de toekomst veel werk. Tijdens de lockdown sprak onze adviseur regelmatig horecaondernemers die al voorsorteerden op de arbeidsmarkt na de lockdown. “De horeca had tijdens de lockdowns te maken met personeelsoverschot. Restaurants kochten toen goede koks op van andere restaurants, zodat ze zich bij heropening van de horeca konden onderscheiden met een hoge kwaliteit van eten. Kijk dus niet alleen naar dit moment, maar ook naar de toekomst.” Tijdelijk werk Soms is een tijdelijk personeelslid de beste oplossing, bijvoorbeeld in de volgende situaties: Je hebt te maken met seizoenspieken en je zoekt personeel voor een bepaalde periode . Dan volstaat een tijdelijk contract van bijvoorbeeld zes maanden. Je wilt iemand inhuren voor een specifieke opdracht, zoals de bouw van een huis. De tijdsduur van de opdracht is dan bepalend. Je kunt expertise ook tijdelijk inhuren om zo kennis op te doen over een bepaald onderwerp. Kies je voor een tijdelijk personeelslid? Lees dan hieronder verder bij stap 3. Stap 3: oproepuren of vaste werktijden? Je bent al een heel eind op weg om te bepalen welk arbeidscontract het beste bij je past. De laatste stap is gericht op het aantal werkuren. Nu je weet of je iemand inhuurt of in dienst neemt, en voor welke werkperiode, kijk je naar het daadwerkelijke aantal werkuren dat je kunt aanbieden. Oproepkracht Zoek je iemand die flexibel inzetbaar is? Kies dan voor een oproepkracht . Dit is bijvoorbeeld een goede keuze in de onderstaande situaties: Als je iedere week wel wat werk hebt, maar niet fulltime. Als je niet altijd werk hebt, maar wel vooraf kunt bepalen wanneer je extra handen nodig hebt. Vaste werktijden Wil je dat klanten je personeel herkennen en je bedrijf daardoor meer gaan vertrouwen? In verschillende situaties werkt een fulltime contract het best: Als je iedere week voldoende werk hebt. Als je iemand met een expertise zoekt om zo je bedrijf qua kennis te laten groeien. Extra kennis zorgt bijvoorbeeld vaak voor meer efficiency of een hogere kwaliteit, wat weer tot meer omzet kan leiden. Kies voor een tijdelijk contract , eventueel met kans op een vast contract . Evalueer en actualiseer Welk contract je ook kiest, evalueer deze na enige tijd. Zet het contract eventueel om. Zet het tijdelijke contract van een goed presterende werknemer om in een vast contract. Of verander een oproepcontract in een tijdelijk contract als de werkdruk stabiliseert. Een paar tips: Evalueer voordat een arbeidscontract afloopt of in de aanloop naar functioneringsgesprekken of het soort contract nog passend is. Controleer of wat in het contract staat ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Werkt je personeel het aantal uren uit het contract, bijvoorbeeld? Juridisch gezien weegt het werk dat je personeel werkelijk doet zwaarder dan wat er in het contract staat. Check het gehele personeelsbestand. Zorg voor een volledig personeelsdossier inclusief contractsoort en -datum, zodat je als dat nodig is weet of en waar je kunt op- en afschalen. Is er samenhang tussen de functies, mis je bepaalde expertise of gaan er werknemers weg? Speel hier dan op in bij de keuze voor een arbeidscontract.
Meer posts
Share by: