AgroActualiteiten

13 december 2024

Ecoregeling: gelijk bouwplan, andere uitkomst


 

Vanaf 2025 gelden voor de GLB-ecoregeling een beperkt aantal wijzigingen. Echter dit kan voor uw bedrijf toch (grote) gevolgen hebben. Ook als uw bouwplan 2025 vergelijkbaar is met die van dit jaar. Het is verstandig om de ecoregeling door te rekenen met uw beoogde bouwplan voor 2025.


Systeem niet gewijzigd

Ook in 2025 moet u bepalen of u aan de ‘instapeis’ voldoet. Hiervoor moet u op een vijftal thema’s voldoende punten scoren. Daarna kunt u bepalen in welke klasse u terecht kunt komen (‘Brons’, ‘Zilver’ of ‘Goud’). Dit is mede afhankelijk van de ‘waarde’ van de eco-activiteiten die u uitvoert. De benodigde punten en benodigde waarde voor de verschillende klassen blijft in 2025 gelijk. 


Nieuwe en vervallen eco-activiteiten

Vanaf 2025 kunt u, als dit past binnen uw bedrijf, kiezen voor de nieuwe eco-activiteiten ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’ en ‘Voedselbos’. De eco-activiteit ‘Vroeg ras rooien (uiterlijk 31 oktober)’ vervalt. De eco-activiteit ‘Meerjarige teelt’ heet voortaan ‘Verlengde teelt’.


Eco-activiteit ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’

Bij deze eco-activiteit gelden o.a. de volgende voorwaarden:

·        U teelt uitsluitend ‘Tagetes patula’ als hoofdteelt.

·        De teelt duurt tenminste drie maanden.

·        Het perceel was voorgaand jaar geen blijvend grasland.

·        U gebruikt minimaal de aanbevolen hoeveelheid zaaizaad.

U kunt rekenen met een waarde van € 1.448/ha (Regio 1) of € 1.675/ha (Regio 2).


Eco-activiteit ‘Voedselbos’

Hiervoor gelden o.a. de volgende voorwaarden:

·        Het voedselbos bevat minimaal drie verticale vegetatielagen.
·        Het perceel is minimaal 0,5 ha.

·        Per hectare staan minimaal 15 verschillende soorten bomen en struiken.

·        De bomen en struiken produceren eetbare producten.

U kunt rekenen met een waarde van € 2.868/ha (Regio 1) of € 3.961/ha (Regio 2).


Fors minder punten voor Biodiversiteit

Het aantal punten voor ‘Biodiversiteit’ is fors verlaagd bij:

·        ‘Overig houtige elementen’ (van 60 naar 40)

·        ‘Kruidenrijke bufferstroken’ (van 60 naar 20).


Hierdoor is het lastiger om voldoende punten te scoren op dit thema. Daarnaast zijn er aanpassingen in de punten bij ‘Precisiebemesting’ en ‘Precisiegewasbescherming’.


Wijzigingen voorwaarden eco-activiteiten

Bij enkele eco-activiteiten zijn de voorwaarden aangepast:

·        ‘Groenbedekking’: het gewas mag in de verplichte teeltperiode wel doodvriezen.

·        ‘Strokenteelt’: minimaal vier verschillende gewassen (was vijf).

·        ‘Stikstofbindend gewas’: niet telen na blijvend grasland in voorgaande jaar.

·        ‘Biologische bestrijding’: nu ook o.a. roofmijten, sluipwespen in te zetten.


Wijzigingen toegestane gewassen

Voor de eco-activiteiten ‘Rustgewas’, ‘Verlengde teelt’, ‘Stikstofbindend gewas’, ‘Groenbedekking’ en ‘Onderzaai vanggewas’ zijn enkele gewassen verwijderd of toegevoegd. Zo is bijvoorbeeld op de lijst ‘Groenbemesters/vanggewassen’ wintertarwe en wintergerst toegevoegd. Miscanthus is niet meer in te zetten voor ‘Verlengde teelt’.


Bepaal of de ecoregeling 2025 haalbaar en interessant is. Neem voor alle details contact op met uw adviseur.


 

GLB 2025: forse verzwaring bij veengronden


 Voor het ontvangen van GLB-subsidies moet u aan de conditionaliteiten (o.a. GLMC’s) voldoen. Bij het onderdeel ‘Bescherming van veengronden’ (GLMC 2) worden de voorwaarden vanaf 2025 fors aangescherpt.


Uitbreiding naar alle veengronden

De voorwaarden van GLMC 2 gaan gelden voor alle veengronden in Nederland. Voor de definitie van veengrond wordt verwezen naar de ‘Meststoffenwet’. Is uw perceel voor ‘mest’ als veengrond aangewezen, dan geldt dit ook voor het GLB.


Blijvend grasland niet meer omzetten

Vanaf 2025 mag u, als u GLB-subsidie aanvraagt, uw blijvend grasland op veengrond niet meer omzetten naar bouwland of blijvende teelt. 


Voldoen aan peilbesluit

Vanaf 2025 moet bij alle percelen veengrond worden voldaan aan het peilbesluit. T/m 2024 geldt dit alleen voor kustvlakteveen. Praktisch is dit geen verzwaring omdat u, vanuit andere regelgeving, al moet voldoen aan het peilbesluit.


Ploegdiepte

Op bouwland mag u veengrond vanaf 2025 maximaal 40 cm diep ploegen. Dit zal meestal geen belemmering zijn.


Voldoende voor Europese Commissie?

De minister heeft aangegeven dat het nog niet duidelijk is of de Europese Commissie deze aanpassingen voldoende vindt.


De regels voor veengronden zijn nog niet helemaal definitief. Wij houden de ontwikkelingen in de gaten.


 


Versoepelingen bij overige conditionaliteiten



Bij een drietal onderdelen van de conditionaliteiten geldt een versoepeling van de voorwaarden. Vooral het vervallen van de eis ‘4% Niet-productief areaal’ is voor de veel bedrijven gunstig.


Vervallen ‘4% niet-productief areaal’

Vanaf 2025 hoeft u niet meer te voldoen aan de eis om 4% van uw bouwland als ‘niet-productief’ aan te leggen. Deze voorwaarde was al versoepeld in 2023 en 2024, maar komt per 2025 helemaal te vervallen.


Sloten en landschapselementen wel opgeven

U blijft wel verplicht om uw subsidiabele sloten en landschapselementen op te geven bij de Gecombineerde opgave. 
 

Bodembedekking op klei in najaar

U bent, op zware kleigrond, niet meer verplicht om uw bouwland, in de periode van 1 augustus t/m 30 november, tenminste 8 weken bedekt te houden.


Ploegen blijvend grasland in Natura 2000-gebied

Vanaf 2025 mag u, onder voorwaarden, beschadigd grasland in Natura 2000-gebieden omploegen/vernietigen voor herinzaai. Dit geldt zowel voor Habitatrichtlijn- als Vogelrichtlijngebieden. Dit moet wel zijn toegestaan binnen het provinciale Natuurbeheerplan.


Het voldoen aan de conditionaliteiten is van belang om een korting op uw GLB-subsidies te voorkomen


 

Uitbetaling GLB-subsidies 2024



Onlangs zijn de voorlopige tarieven voor de GLB-subsidies bekend gemaakt. RVO start met de uitbetaling 2024 op basis van deze voorlopige tarieven. In 2025 worden de definitieve tarieven vastgesteld.


Voorlopige tarieven

De voorlopige tarieven zijn:

·        Basispremie per ha: € 245,25 voor de eerste 40 ha, € 193 voor de overige hectares.

·        Ecopremie per ha: ‘Brons’ € 60, ‘Zilver’ € 100 en ‘Goud’ € 200.

·        Toeslag jonge landbouwers: € 2.800 per aanvrager.

·        Zeldzame rassen: € 200 per GVE.

Naar verwachting zullen de definitieve tarieven niet veel afwijken.


Uitbetaling en correctie

De ecopremie ontvangt u in twee delen: een compensatiebedrag (€ 32,50/ha) en de hierboven vermelde ecopremie minus het compensatiebedrag. Het compensatiebedrag wordt uitbetaald in de maanden november-december 2024. Mogelijk heeft u dit al ontvangen. Het restant van de ecopremie wordt in 2025 uitbetaald. De voorlopige basispremie wordt uitbetaald vanaf begin december. Nadat de definitieve tarieven zijn vastgesteld (eerste kwartaal 2025) ontvangt u mogelijk een correctie op de voorlopige uitbetaling.


Brieven van RVO

Voor de uitbetaling van GLB-subsidies ontvangt u een (digitale) brief van RVO. De kans is groot dat u meerdere uitbetalingen, en dus meerdere brieven, ontvangt. Ontvangt u een ‘Beslissing uitbetaling GLB-subsidies’? Dan kun u, indien nodig, bewaar maken. Deze mogelijkheid is dan in de brief opgenomen.


Controleer de beslissing op uw GLB-subsidie(s) goed. Maak zo nodig tijdig bezwaar. Wij zijn u graag van dienst.


 


Basispremie 2025 lager, ecopremie gelijk



Door een lager budget zal de basispremie in 2025 lager zijn dan in 2024. De exacte hoogte is afhankelijk van het aantal bedrijven dat in 2025 aan de ecoregeling deelneemt.


Hoger budget voor ecopremie nodig

Bij een gelijkblijvende deelname aan de ecoregeling zal het budget voor de ecopremie ook in 2025 ontoereikend zijn. Of hiervoor extra budget komt is maar de vraag. Als dat budget er niet komt dan zal er geld van de basispremie overgeheveld worden naar de ecoregeling. Dit heeft te maken met de doelstelling om de ecopremie zo maximaal mogelijk te houden. De basispremie zal dan (nog) lager uitvallen.


Geschatte hoogte basis- en ecopremie

Bij de genoemde uitgangspunten wordt de basispremie per ha: circa € 200 voor de eerste 40 ha en circa € 160 voor de overige hectares. De ecopremie is dan opnieuw € 60, € 100, € 200 voor respectievelijk ‘Brons’, ‘Zilver’ en ‘Goud’.


Extra nationaal budget voor ecoregeling?

Als in 2025 opnieuw nationaal budget voor de ecopremie beschikbaar wordt gesteld, dan hoeft minder budget voor de basispremie overgeheveld te worden. De basispremie zal dan ca. € 25 hoger uitkomen.


Als in 2025 geen nationaal budget beschikbaar komt, wordt de basispremie fors verlaagd. De genoemde bedragen zijn een indicatie.


 

Subsidie vrijwillige verplaatsing piekbelaster



Bent u een ‘piekbelaster’ in het kader van de stikstofproblematiek? En overweegt u om uw bedrijf te verplaatsen? Dan kunt u wellicht gebruik maken van deze subsidieregeling.


Doelgroep

De subsidie is bedoeld voor bedrijven, met een ‘stikstofvracht’ op overbelaste Natura 2000-gebieden van in totaal tenminste 2.500 mol/jaar (piekbelaster), die mogelijk willen verplaatsen binnen Nederland of naar een andere lidstaat van de EU. 


Twee modules

De subsidieregeling bestaat uit twee modules.


Module ‘Haalbaarheidsonderzoek’

Binnen deze module kunt u 95% subsidie ontvangen voor onderzoek naar de vraag of verplaatsing haalbaar is. Het gaat om onderzoek naar een nieuwe locatie en de financiële en fiscale mogelijkheden. Ook kunt u diverse taxaties laten uitvoeren. U kunt deze subsidie aanvragen in de periode 2 december 2024 t/m 30 mei 2025. Het is geen voorwaarde dat u, na ontvangen van deze subsidie, uw bedrijf op enig moment daadwerkelijk verplaatst.


Module ‘bedrijfsverplaatsing’

Deze subsidie kunt u aanvragen als u daadwerkelijk gaat verplaatsen. De subsidie bedraagt tot 100% van de subsidiabele kosten. U kunt o.a. subsidie aanvragen voor demonteer-/verhuis-/opbouwkosten of voor het overnemen van bestaande gebouwen op de nieuwe locatie. Ook kunt u subsidie krijgen voor sloopkosten, modernisering van gebouwen en advieskosten. U kunt deze subsidie aanvragen in de periode 6 januari 2025 t/m 30 november 2027.


Denkt u aan verplaatsing van uw bedrijf? Neem dan contact met ons op, zodat we de mogelijkheden kunnen bespreken.


 


Acties ‘mest’ richting einde jaar


Nu het einde van het jaar nadert is het goed om een voorlopige gebruiksnormenberekening te maken. Op basis van deze berekening kunt u bepalen of acties zinvol zijn. Daarnaast moet u letten op andere ‘mestzaken’.


Voorlopige gebruiksnormenberekening

Voor uw gebruiksnormenberekening heeft u o.a. de eindvoorraden mest nodig. Deze moet u op 31 december bepalen. Voor de voorlopige berekening kunt u deze inschatten. De definitief vastgestelde mestvoorraden gebruikt u voor uw ‘Aanvullende gegevens’. Begin 2025 moeten alle bedrijven de ‘Aanvullende gegevens’ indienen.


Acties op basis van voorlopige berekening

Bent u akkerbouwer en verwacht u een fosfaatoverschot? Dan kunt u zich aanmelden voor de ‘fosfaatverrekening’. Heeft u extra fosfaatruimte nodig? Dan kunt u nagaan of u een hogere fosfaatnorm voor ‘bouwland fosfaattoestand hoog’ kunt toepassen.

Als veehouder kunt u, o.a. op basis van de productiegegevens en fosfaatruimte, bepalen of u voldoende mest heeft laten verwerken.


Melden overdrachten productierechten

Heeft u voor dit jaar nog rechten nodig (koop of lease)? Dan moet u dit melden bij RVO. Let erop dat mogelijk binnenkort bij een overdracht van dierrechten naar ‘derden’ afroming plaatsvindt en voor fosfaatrechten een hoger afroming geldt.


Begin tijdig met uw prognose, zodat u meldingen tijdig kunt doorgeven.


 

 Kort nieuws


Pilot mineralenconcentraat verlengd

De pilot mineralenconcentraat is met één jaar verlengd. Hierdoor geldt de pilot ook voor 2025. Wilt u als afnemer van mineralenconcentraat voor het eerst deelnemen aan deze pilot? Dan moet u uw bedrijf voor de aanvoer van de eerste vracht aanmelden bij RVO. Ook heeft u dan een schriftelijke overeenkomst van de producent nodig.


Nieuwe pilot ‘urine als kunstmest’

In de periode 2025 t/m 2029 gaat de pilot ‘Urine als kunstmestvervanger’ lopen. Bedrijven met één van onderstaande staltechnieken komen hiervoor in aanmerking:

·        Lely Sphere.

·        Hanskamp CowToilet.

·        Hanskamp VrijlevenStal.

 

Er is ruimte voor maximaal 100 bedrijven. Aanmelden is, voor 2025, niet meer mogelijk.

 

Afromingspercentages aangepast.

De eerder aangekondigde afroming bij de overdracht van dierrechten is door de Eerste Kamer aangenomen. De afromingspercentages zijn iets verlaagd: varkensrechten van 25% naar 22%, pluimveerechten van 15% naar 13%. Het afromingspercentage voor fosfaatrechten blijft zoals eerder voorgesteld: 30%. Het is, op het moment van schrijven, nog niet bekend of de afromingspercentages per 1 januari 2025 in gaan of al eerder.

 


Agenda


Uiterlijk 31 december

•     Aanmelden fosfaatverrekening

•     Aanmelden ‘hoger fosfaatnorm bouwland’

•     Melden ‘mestverwerking’ (VVO, DPO)

•     Melden overdracht productierechten 2024

31 december

•     Vaststellen eindvoorraden meststoffen

Uiterlijk 31 januari 2025

•     Aanvullende gegevens voor alle bedrijven

•     Aanvraag derogatievergunning

•     Nieuwe derogatiemonsters

•     Bemestingsplan derogatiebedrijven

Uiterlijk 14 februari

•     Bemestingsplan niet derogatiebedrijven

   

 

 Over ons

Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren.

Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Kijk  hieronder voor onze contactgegevens.

 

 

WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.

     

 

9 oktober 2025
In 2016 besloten Gerard en Danny hun krachten te bundelen. Met z’n vieren, zijzelf en twee medewerkers, legden ze de basis voor wat inmiddels is uitgegroeid tot een team van 24 vakmensen. Waar in de beginjaren vooral verbouw en renovatie centraal stonden, ligt de focus tegenwoordig ook sterk op duurzaamheid: complete woningrenovaties met isolatie, gevelvernieuwing, dakopbouwen en meer. Groeien met lef en samenwerking De weg van start-up naar volwassen bouwbedrijf verliep niet zonder uitdagingen. Het vinden en behouden van de juiste mensen bleek een belangrijk aandachtspunt. Gerard en Danny zetten daarom in op een goede werksfeer én op ontwikkeling. Medewerkers krijgen volop kansen om te leren, onder meer via in- en externe opleidingen, toolbox-metingen waarin leveranciers en opleidinginstanties nieuwe materialen en technieken toelichten. Zo groeit het hele team mee met de snelle veranderingen in de bouwsector. Ook de stijgende materiaalprijzen vroegen om flexibiliteit. Waar anderen wellicht zouden afremmen, koos Nivo Bouw ervoor om nóg slimmer samen te werken met partners en klanten. Dankzij die mentaliteit van aanpakken en vooruitdenken konden mooie projecten blijven doorgaan. Voor Gerard en Danny ligt de echte trots niet alleen in de resultaten, maar vooral in de samenwerking met hun team: succes bouw je samen, elke dag opnieuw. Vooruitkijken met WEA Naaldwijk Sinds 2023 werkt VoNi Holding, waar onder andere Nivo Bouw en Interart onder vallen, samen met WEA Naaldwijk. Waar Gerard en Danny voorheen vooral stuurden op hun gevoel en vanuit de projectadministratie, helpt WEA Naaldwijk hen nu om dit te vertalen naar het grotere geheel binnen de holding en de werkmaatschappijen. Met heldere (periodieke) rapportages, financiële dashboards en inzicht in de juiste cijfers krijgen ze een compleet overzicht van hun prestaties. Dat maakt het mogelijk om beslissingen beter onderbouwd te nemen. Van het aannemen van nieuw personeel tot investeren in materieel of het aangaan van een overname: samen zorgen ze dat de keuzes passen bij de koers van de mannen. De overname van Interart Een mooi voorbeeld van die samenwerking is de toevoeging van Interart aan VoNi Holding. Voor Danny en Gerard was dit een nieuwe stap: spannend, uitdagend en soms ook complex. WEA Naaldwijk ondersteunde hen in dit proces door mee te kijken naar de stukken, risico’s in kaart te brengen en advies te geven. Zo wisten zij zeker dat alles goed geregeld was voordat de handtekeningen werden gezet. Die controle momenten gaven niet alleen zekerheid, maar ook vertrouwen: de ondernemers konden zich richten op de kansen van de overname, terwijl wij hielpen om de randvoorwaarden stevig neer te zetten. Ambitie: doorgroeien zonder de menselijke maat te verliezen Vooruitkijken doen Gerard en Danny volop. Hun ambitie is om door te groeien naar een mooie club medewerkers, maar wel met behoud van het persoonlijke karakter van hun bedrijf. Want hoe groter je wordt, hoe belangrijker het is om de betrokkenheid vast te houden. Hoewel veel projecten plaatsvinden buiten het Westland, bijvoorbeeld in Den Haag en Rotterdam, zijn zij ook zeker in het Westland te vinden Daarbij blijft Nivo Bouw trouw aan haar Westlandse roots: ze steunen sportverenigingen in de regio, helpen scholen bij evenementen en dragen actief bij aan lokale initiatieven. Voor Gerard en Danny is dat vanzelfsprekend: ondernemen doe je niet alleen, maar altijd samen met je omgeving. Samen bouwen aan de toekomst Het verhaal van Gerard en Danny laat zien hoe ondernemerschap, lef en teamwork leiden tot groei. Van de eerste verbouwingen in 2016 tot de overname van Interart en de vele projecten van nu: Nivo Bouw blijft ontwikkelen, maar wel met oog voor kwaliteit én mensen. WEA Naaldwijk is er trots op dat wij hen daarin mogen ondersteunen. Door inzicht te geven, sparringpartner te zijn, mee te kijken bij belangrijke beslissingen en een stevige basis te bieden, helpen we Nivo Bouw verder bouwen aan hun ambities.
30 september 2025
Met Prinsjesdag zijn verschillende fiscale maatregelen aangekondigd die gevolgen hebben voor stichtingen, verenigingen en particulieren. Zo komen er nieuwe transparantieverplichtingen en verandert de erf- en schenkbelasting op meerdere punten. Deze en diverse aangekondigde maatregelen zetten we voor u op een rij. 9 .1 Nieuwe transparantieverplichtingen voor stichtingen en verenigingen Vanaf 1 januari 2026 treedt de Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties in werking. Deze wet verplicht (alle, ook niet-commerciële) stichtingen om jaarlijks hun staat van baten en lasten te deponeren bij de KVK. Daarnaast moeten stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen op verzoek van bepaalde instituties (zoals de burgemeester of het Openbaar Ministerie) informatie verstrekken over de herkomst, het doel en de omvang van donaties, zowel uit binnen- als buitenland. Doel van deze wet is het vergroten van transparantie en het voorkomen van misbruik van maatschappelijke organisaties voor ondermijnende activiteiten. 9 .2 ANBI’s verplicht tot digitale publicatie via centraal portaal In de Fiscale verzamelwet 2026 is opgenomen dat vanaf 2026 alle Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) hun verplichte publicatiegegevens niet alleen op een eigen of branchewebsite publiceren, maar ook via een centraal digitaal portaal dat wordt beheerd door de Belastingdienst. ANBI’s moeten hun gegevens voortaan via een standaardformulier elektronisch aanleveren. Deze gegevens worden vervolgens openbaar toegankelijk gemaakt via het nieuwe Portaal-ANBI. Daarnaast komt er een tweede portaal, ANBI Toezicht, uitsluitend voor de Belastingdienst, bedoeld voor digitale controle en registratie. Doel van deze wijziging is om transparantie te vergroten en het toezicht te verbeteren, zonder dat dit leidt tot extra administratieve lasten voor de ANBI’s zelf. In de uitvoeringstoets, opgenomen in de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel, is echter aangegeven dat de portal-ANBI publicatieplicht pas per 1 januari 2029 en de portal-ANBI toezicht pas per 1 januari 2030 uitvoerbaar is voor de Belastingdienst. 9 .3 Afschaffing fiscale voordelen bij ongelijke verdeling (huwelijks)gemeenschap De rechter heeft geoordeeld dat een ongelijke verdeling van gemeenschappelijk huwelijksvermogen, zoals een 90:10-verhouding, toegestaan is en dat de onderlinge verschuiving niet belast wordt. Dit leidde tot constructies waarbij in zicht van overlijden of bij echtscheiding het vermogen strategisch werd verdeeld, bijvoorbeeld om erfbelasting te beperken of alimentatieverplichtingen te vermijden. De nieuwe regeling belast voortaan het deel van het vermogen dat een echtgenoot meer ontvangt dan de helft van de gemeenschap met erf- of schenkbelasting. De heffing vindt plaats bij scheiding of overlijden, ongeacht wanneer de ongelijke breukdelen zijn overeengekomen. Let op: De regeling treedt in werking op 1 januari 2026. Aanpassingen in het gemeenschappelijk huwelijksvermogen naar ongelijke breukdelen die plaatsvinden na 16 september 2025 worden belast bij scheiding of overlijden. Laat uw onderneming tijdig beoordelen of bestaande huwelijkse voorwaarden met ongelijke breukdelen vóór 16 september 2025 zijn vastgelegd. Alleen deze vallen onder de overgangsregeling. Aanpassingen na deze datum, ook als ze minder scheef zijn (bijvoorbeeld van 90:10 naar 60:40), worden vanaf 1 januari 2026 belast. Let op: Dit is van overeenkomstige toepassing bij geregistreerd partnerschap en samenwoners. 9 .4 Gelijke fiscale behandeling voor biologische en juridische kinderen vanaf 2026 Het is mogelijk dat een kind een schenking of nalatenschap krijgt van de biologische vader, maar niet door hem is erkend. In die situatie kan het kind geen beroep doen op de kindvrijstelling en het kindtarief. Dit werd als onrechtvaardig gezien als er wel een vorm van nauwe persoonlijke band tussen vader en kind bestaat. De rechter liet het aan de wetgever over om dit gebrek te herstellen. Daarom wordt in de Successiewet een biologisch kind met een eigen kind gelijkgesteld. Wel moet ter voorkoming van misbruik de bloedverwantschap met een vorm van een DNA-test worden aangetoond. Als gevolg hiervan is het mogelijk dat het kind afzonderlijk van de wettelijke vader en de biologische vader een schenking of nalatenschap tegen een laag tarief ontvangt. Ook geeft dit de mogelijkheid tweemaal van schenkvrijstellingen te profiteren. 9 .5 Erfbelasting: verlenging aangiftetermijn en aanpassing belastingrente Veelal blijkt het niet haalbaar om binnen de termijn van acht maanden aangifte erfbelasting te doen doordat nog niet alle gegevens beschikbaar zijn. Het doen van een voorlopige aangifte erfbelasting lukt om die reden ook niet altijd op tijd, waardoor aanslagen erfbelasting worden opgelegd met berekening van belastingrente. Dit wordt als onredelijk ervaren. Om hieraan tegemoet te komen, wordt met ingang van 2026 de aangiftetermijn met één jaar verlengd van acht naar twintig maanden na de dag van overlijden. Een aanslag erfbelasting die volgt uit een tijdig ingediende aangifte kan vervolgens zonder belastingrente worden betaald. De nieuwe aangiftetermijn geldt alleen voor overlijdens die op of na 1 januari 2026 plaatsvinden. Is die twintig maanden alsnog onvoldoende om de aangifte erfbelasting te doen? Dan kunt u op verzoek eenmalig vier maanden uitstel krijgen. De langere termijn voor het doen van aangifte geeft de Belastingdienst niet een langere behandeltermijn; de aanslag erfbelasting moet nog steeds binnen drie jaar na het overlijden zijn opgelegd. 9 .6 180-dagen fictie erfbelasting Binnen de Successiewet geldt dat wanneer u een schenking ontvangt van iemand die binnen 180 dagen overlijdt, dit als onderdeel van de erfenis wordt gezien. Dit is bedoeld om schenkingen in zicht van overlijden – ter besparing van erfbelasting – tegen te gaan. Momenteel dient u bij een schenking een aangifte schenkbelasting in, maar bij een eventueel overlijden binnen 180 dagen wordt de schenkbelasting verrekend met de erfbelasting. Dit wordt als onnodig complex ervaren. Vanaf 1 januari 2026 is daarom bij een schenking ontvangen van iemand die binnen 180 dagen daarna overlijdt, geen aparte aangifte schenkbelasting meer nodig. De schenking wordt nog wel steeds als onderdeel van de erfenis gezien en moet worden opgenomen in de aangifte erfbelasting. Omdat deze maatregel per 1 januari 2026 wordt ingevoerd, geldt dit alleen voor schenkingen die ná 5 juli 2025 zijn gedaan. Was het overlijden niet voorzienbaar en de aangifte schenkbelasting al ingediend en/of betaald? Dan zal de Belastingdienst zelfstandig de aanslag verminderen en de betaling retourneren. 9 .7 DAC8: automatische uitwisseling van crypto-informatie Vanaf 1 januari 2026 treedt de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva (DAC8) in werking. Deze wet verplicht cryptoaanbieders om klantgegevens en transactiegegevens te rapporteren aan de Belastingdienst en zorgt voor automatische uitwisseling van deze gegevens tussen EU-lidstaten. Deze wet zou geen directe gevolgen hebben voor bezitters van crypto, aangezien zij al verplicht zijn hun bezittingen in box 3 op te geven. Het niet naleven van de rapportageplicht kan leiden tot boetes tot € 1.030.000. 9 .8 Inzagerecht voor belastingplichtigen en inhoudingsplichtigen Vanaf 2026 krijgen belastingplichtigen en inhoudingsplichtigen het wettelijke recht om op verzoek inzage te krijgen in hun fiscale dossier bij de Belastingdienst en de Douane. Concreet betekent dit dat zij kunnen inloggen op een portaal op elk gewenst moment en zo de beschikking krijgen over hun eigen fiscale dossier. Tot nu toe was inzage vaak beperkt tot de bezwaarfase of bij boeteprocedures. Deze wetswijziging beoogt een grotere transparantie en controleerbaarheid van de fiscale gegevens voor belastingplichtigen. 9 .9 Verhoging invorderingsrente De hoogte van de invorderingsrente is geregeld in een beleidsbesluit. Momenteel bedraagt de invorderingsrente 4%. In de Miljoenennota is benoemd dat de invorderingsrente verhoogd wordt naar 4,25%. Disclaimer Bij de samenstelling van de teksten is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
30 september 2025
Deze Prinsjesdag zet het kabinet sterk in op verduurzaming, zowel via huishoudens als bedrijven. Ondernemers krijgen te maken met nieuwe regels rond CO 2 -heffing, afvalstoffenbelasting en het Europese CBAM. Tegelijk verdwijnen er ook lasten, zoals de heffing op plastic wegwerpverpakkingen en wordt verduurzaming gestimuleerd. 8 .1 Aanpassing vliegbelasting Vanaf 2027 wordt de vliegbelasting berekend op basis van de gevlogen afstand. Nu geldt één tarief van € 29,40 per vlucht, maar de bedoeling is om er drie tarieven van te maken. De tarieven zijn gebaseerd op de afstand tussen Amsterdam en de hoofdstad van het land van de bestemming van de passagier: § € 29,40 – bestemmingen tot ca. 2.000 km § € 47,24 – bestemmingen tussen ca. 2.000-5.500 km § € 70,86 – overige bestemmingen (meer dan 5.500 km) De tarieven worden in 2027 nog gecorrigeerd voor de inflatie. Het doel van deze maatregel is om vluchten met meer uitstoot zwaarder te belasten en daarmee te ontmoedigen. Let op: Het Caraïbische deel van het Koninkrijk valt onder het lage tarief, ondanks de afstand. Daarnaast wordt voor ultra perifere gebieden (zoals de Canarische Eilanden) een aparte regeling getroffen. 8 .2 Energiebelasting: hogere korting vanaf 2026 De belastingvermindering energiebelasting wordt vanaf 2026 structureel verhoogd. De maatregel compenseert huishoudens voor stijgende energiekosten, vooral door hogere netwerktarieven. De belastingvermindering is het bedrag dat in mindering wordt gebracht op de energierekening. Deze vermindering geldt voor elektriciteitsaansluitingen met een verblijfsfunctie, zoals woningen, kantoren en winkels. Deze vermindering is onafhankelijk van het verbruik: iedereen met een kwalificerende aansluiting ontvangt dezelfde korting. De belastingvermindering daalt van € 635,19 (2025) naar € 628,95 inclusief btw (2026). Dit is hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde € 617,71 per huishouden. 8 .3 Afschaffing verbruiksplafond leidingwater U betaalt nu enkel belasting op leidingwater over het verbruik boven de 300 m³ per jaar. Vanaf 2026 gaat het heffingsplafond omhoog naar 50.000 m³ per jaar en in 2027 verdwijnt het helemaal. Voor grootverbruikers betekent dit een hogere belastingrekening. De overheid wil hiermee zuiniger watergebruik stimuleren en verspilling tegengaan. 8 .4 Nieuwe regels voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM) Vanaf 1 januari 2026 geldt de Europese Verordening voor het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). CBAM is bedoeld om koolstoflekkage te voorkomen door een koolstofprijs te heffen op bepaalde geïmporteerde goederen uit landen buiten de EU, zoals staal/ijzer, cement, kunstmest en aluminium. Ook precursoren, zoals stalen schroeven, bouten en moeren vallen hieronder. Importeurs van CBAM-goederen moeten beschikken over een toelating als CBAM-aangever en jaarlijks een CBAM-aangifte indienen over de hoeveelheid geïmporteerde goederen en de bijbehorende CO 2 -uitstoot. Op basis van deze aangifte moeten zij vanaf 2026 een koolstofcorrectie betalen. 8 .5 Aanpassingen CO 2 -heffing industrie De verduurzaming van de Nederlandse industrie verloopt moeizaam door diverse belemmeringen. Denk aan overbelasting van het net, stikstofproblematiek, trage vergunningverlening, hoge energieprijzen en afhankelijkheid van internationale markten. Belangrijke investeringen blijven daardoor uit, terwijl bedrijven wel CO 2 -heffing betalen. Voor grote industriële bedrijven, zoals de ETS1- en lachgasinstallaties, daalt de CO 2 -heffing van € 87,90 naar € 78,67 per ton CO 2 . Door extra vrijstellingen betaalt de zware industrie de komende jaren nauwelijks CO 2 -heffing. Voor afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) stijgt de CO 2 -heffing juist fors: van € 152 nu naar € 295 per ton in 2030. Dit maakt afvalverbranding flink duurder en stimuleert afvalscheiding en recycling. 8 .6 Samentelbepaling maximale investeringsbedrag energie-investeringsaftrek Bedrijven en ondernemers die investeren in energiezuinige bedrijfsmiddelen mogen 40% van die investering extra aftrekken van de winst. De grens ligt bij € 151 miljoen per jaar (2025), daarna vervalt de extra aftrek. Investeert u (mede) via een samenwerkingsverband, zoals een vof? Dan kunt u boven de grens van € 151 miljoen uitkomen en onbedoeld de aftrek verhogen. Het kabinet wil dit voorkomen. Daarom tellen investeringen in een samenwerkingsverband mee met de eigen investeringen. De grens blijft € 151 miljoen. 8 .7 Actualisatie SBI-codes voor de Energiebelasting De Wet belastingen op milieugrondslag regelt verschillende milieubelastingen in Nederland, waaronder de energiebelasting, afvalstoffenbelasting en belasting op leidingwater. Daarin staan drie regelingen waarvoor geen energiebelasting wordt betaald voor de levering of het verbruik van elektriciteit of aardgas. Om gebruik te kunnen maken van deze regelingen, geldt dat uw onderneming gekoppeld moet zijn aan een type industrieel proces én aan het soort bedrijf op basis van de SBI-code van de onderneming. Per 6 september 2025 zijn de SBI-coderingen vernieuwd. Van belang is dat het bedrijf dat de regeling wil toepassen, onder de juiste SBI-codering valt. Voor elektriciteit en aardgas in metallurgische processen gaat het om bedrijven met SBI-code 24 of 25. Voor aardgas in mineralogische processen gaat het om bedrijven met SBI-code 23. Binnen deze SBI-codes verandert inhoudelijk niets: bedrijven die gebruikmaken van de vrijstelling kunnen dit blijven doen. Wel kan de overgang gevolgen hebben voor ondernemingen die bij de KVK al onder de nieuwe SBI-codes zijn ingedeeld, terwijl de wet nog verwijst naar de oude SBI-codering. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat die bedrijven alsnog de regeling kunnen toepassen. 8 .8 Verhoging en hervorming afvalstoffenheffing De afvalstoffenbelasting voor afvalverwerkingsbedrijven wordt hervormd om meer recycling, afvalstortingen en een circulaire economieafvalstort te beperken. § De vrijstelling voor afvalstoffenbelasting op het verbranden van zuiveringsslib (het restproduct van het zuiveren van afvalwater) komt per 2027 te vervallen. § Het storten van afval met ontheffing wordt duurder vanaf 2029. § De afvalstoffenbelasting stijgt van € 39,70 per ton afval (2025) naar € 90,21 per ton afval (2028) tot structureel € 113,81 per ton afval (2035). § De CO 2 -heffing daalt voor grote industriële bedrijven, maar stijgt juist voor afvalverbrandingsinstallaties. Afval verbranden wordt daardoor duurder. 8 .9 Afschaffen heffing op plastic wegwerpverpakkingen Momenteel geldt een heffing op plastic bekers en wegwerpbakjes. In het voorjaar van 2025 besloot het kabinet dat deze heffing per 1 januari 2026 wordt afgeschaft. De Inspectie Leefomgeving en Transport ziet inmiddels niet meer toe op de handhaving van deze regel. Wel blijft voor ondernemers de plicht bestaan om duurzame alternatieven voor plastic wegwerpverpakkingen aan te bieden of klanten aan te sporen zelf herbruikbare verpakkingen te gebruiken.