AgroActualiteiten 5

Voorstel: afschaffen afroming dierrechten
Bij overdrachten van varkens- en pluimveerechten worden de rechten in veel gevallen afgeroomd. Minister Wiersma wil deze afroming op korte termijn helemaal afschaffen.
Huidige afroming
Draagt u varkens- of pluimveerechten over? Dan worden varkensrechten met 22% afgeroomd en pluimveerechten met 13%. Bij bepaalde overdrachten vindt geen afroming plaats, zoals bijvoorbeeld overdrachten binnen familieverband (tot en met de 3e graad bloed- of aanverwant).
Voorstel afschaffen afroming
Het voorstel is om de afroming af te schaffen. Duidelijk is inmiddels dat de Tweede Kamer geen bezwaar heeft. Voor de Eerste Kamer geldt dit ook voor wat betreft de pluimveerechten. Over de afschaffing van de afroming bij varkensrechten stemt de Eerste Kamer binnenkort nog over een motie. Daarnaast moet de minister de wijziging voorleggen aan de Raad van State. Het streven is om de afschaffing van de afroming begin december door te voeren.
Wacht met melden overdracht
De voorgenomen wijziging geldt alleen voor overdrachten die RVO verwerkt nadat de afschaffing van afroming definitief is. Het advies is om voorlopig geen overdrachten van varkens- pluimveerechten te registreren, tenzij sprake is van een overdracht zonder afroming.
Is er sprake van een overdracht van dierrechten met afroming? Wacht dan zo mogelijk met het melden van de overdracht tot duidelijk is of de afroming definitief vervalt.
Aanvragen bedrijfsplan- of adviesvoucher
U kunt in de periode van 7 oktober t/m 18 november een bedrijfsplan- en/of adviesvoucher aanvragen. Het budget voor de adviesvoucher is echter al overschreden op het moment dat u dit artikel leest. Waarschijnlijk geldt dit niet voor de bedrijfsplanvoucher.
GLB-kennisvoucher bedrijfsplan
Met een bedrijfsplanvoucher kunt u een bedrijfsplan laten opstellen voor het verduurzamen van uw bedrijf. Het bedrijfsplan moet u laten opstellen door een erkende BAS-adviseur. Deze adviseur moet geregistreerd staan met tenminste één van de aandachtsgebieden:
· ‘E3 Bedrijfsopvolging’.
· ‘E4 Verdienvermogen’.
Onderwerpen in bedrijfsplan
Het bedrijfsplan moet ingaan op het onderwerp ‘emissiereductie stikstof’. Daarnaast moet het tenminste vier van de volgende onderwerpen bevatten:
· Emissiereductie gebruik gewasbeschermingsmiddelen en toepassen geïntegreerde gewasbescherming.
· Emissiereductie broeikasgassen.
· Emissiereductie nitraat en andere meststoffen.
· Vergroten biodiversiteit.
· Versterken duurzaam bodembeheer.
· Verhogen aandeel circulair veevoergebruik.
· Verbeteren dierenwelzijn en diergezondheid.
Waarde en aanvragen voucher
De waarde van de voucher is maximaal € 6.000 en bedraagt 80% van de subsidiabele kosten. U kunt de voucher aanvragen via mijn.rvo.nl. RVO handelt de aanvragen af op volgorde van binnenkomst.
GLB-kennisvoucher advies
De waarde van een adviesvoucher is € 1.500. Op het moment dat u dit leest is het budget al overschreden. Mogelijk wordt het budget nog verhoogd. Informeer bij uw adviseur of aanvragen nog zinvol is.
Heeft u interesse in de bedrijfsplanvoucher? Neem dan contact op met een BAS-adviseur en vraag de voucher zo snel mogelijk aan.
Voorstel subsidie extensivering melkveebedrijf
Minister Wiersma heeft de ‘Subsidieregeling extensivering melkveehouderij’ (Sem), overleg met de sector, verder uitgewerkt. De regeling is nog niet definitief en wacht op goedkeuring van de Europese Commissie. De openstelling wordt dit jaar nog verwacht.
Doel en budget
Met de Sem wil de minister structureel de emissie van broeikasgassen en ammoniak verminderen. Daarnaast verlaagd de regeling de mestproductie, wat positief bijdraagt aan de huidige mestproblematiek.
Beschikbaar budget
Voor deze regeling is een budget van € 627 miljoen beschikbaar.
Overleg met de sector
De minister werkt deze subsidieregeling uit in overleg met zeven samenwerkende melkveehouderij-organisaties: LTO Nederland, NAJK, NMV, DDB, Agractie, Natuurweide en Netwerk grondig. Daarnaast zijn NZO en ZuivelNL betrokken bij de uitwerking.
Inhoud regeling op hoofdlijnen
U kunt vrijwillig deelnemen aan deze subsidieregeling. Als u deelneemt gelden voor u de volgende hoofdregels:
· Gedurende drie jaar houdt u 10-20% minder melk- en kalfkoeien.
· U levert de fosfaatrechten, voor deze dieren, definitief in.
· U gaat niet méér overige graasdieren houden.
· U houdt uw areaal grasland in stand.
Vergoeding inkomensderving
Als u minder melk- en kalfkoeien gaat houden zullen uw inkomsten verminderen. Binnen deze regeling ontvangt u een vergoeding voor deze inkomensderving. De hoogte van deze jaarlijkse vergoeding is nog niet bekend. Wel heeft de minister aangegeven dat in deze vergoeding ook het inleveren van de fosfaatrechten wordt opgenomen.
Private bijdrage
Naast de jaarlijkse vergoeding vanuit de regeling zijn banken bereid om, onder voorwaarden, rentekortingen te verstrekken voor leningen voor nieuwe duurzame investeringen. Deze private bijdrage wordt, in overleg met banken, verder uitgewerkt door de sector.
Keuzes na afloop Sem
Na afloop van de looptijd van de regeling (drie jaar) kunt u ervoor kiezen om terug te gaan naar uw oorspronkelijk aantal melk- en kalfkoeien. Voor deze ‘extra’ dieren moet u dan wel fosfaatrechten aanschaffen. U kunt er ook voor kiezen om met het lagere aantal koeien verder te gaan, of verder te extensiveren.
Geen gevolgen natuurvergunning
Als u deelneemt aan de Sem, en (tijdelijk) 10-20% minder koeien houdt, verandert de bedrijfsvoering niet structureel. Dit geldt als u de opzet van uw bedrijf niet wijzigt: onder andere de stalomvang en melkstalcapaciteit blijft gelijk. In deze situatie is er, op basis van de huidige regelgeving en jurisprudentie, volgens de minister geen ‘wijziging van het project’. Hierdoor blijft uw bedrijf passen binnen uw bestaande natuurvergunning.
Vervolg van de procedure
De subsidieregeling ligt ter notificatie bij de Europese Commissie. Ondertussen wordt de regeling verder voorbereid. Zodra de Europese Commissie goedkeuring verleent wil de minister de regeling publiceren en direct ook openstellen. De regeling en openstelling worden dit jaar nog verwacht.
Naar verwachting wordt deze regeling nog dit jaar opengesteld. Neem contact met ons op als u hier interesse in heeft.
Nieuwe stoppersregeling veehouderij
Begin 2026 wordt een nieuwe vrijwillige opkoopregeling veehouderijlocaties verwacht voor ‘alle’ bedrijven. Bedrijven binnen 1.000 meter vanaf een Natura 2000-gebied krijgen voorrang.
Doelgroep
U kunt voor de ‘Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties’ (Vbr) in aanmerking als u op uw bedrijf melkvee, varkens, pluimvee, vleeskalveren, overig rundvee, geiten, vleeseenden en/of konijnen houdt.
Vergoedingssystematiek
De vergoedingssystematiek zal vergelijkbaar worden met de eerdere Lbv-regelingen: een forfaitaire vergoeding voor het waardeverlies van de productiecapaciteit (op basis van oppervlakte en leeftijd van de stallen). De hoogte van de vergoeding is nog niet bekend. Daarnaast gaat een markconforme vergoeding gelden voor het verplicht inleveren van fosfaat-, varkens- en/of pluimveerechten.
Voorrang bedrijven dicht bij Natura 2000-gebied
Ligt uw bedrijf binnen 1.000 meter vanaf een overbelast Natura 2000-gebied? Dan wordt uw aanvraag, op volgorde van binnenkomst, met voorrang afgehandeld. Is daarna nog budget over? Dan komen overige bedrijven in aanmerking. Deze aanvragen worden gerangschikt op basis van ‘efficiëntie’: het aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissiereductie.
Openstelling en zaakbegeleider
Naar verwachting wordt de regeling en openstelling niet eerder dan februari/maart 2026 gepubliceerd. Overweegt u deelname aan deze regeling? Dan kunt u een ‘zaakbegeleider’ inschakelen.
Heeft u interesse, maar voldeed u eerder niet aan de drempelwaarde voor stikstofdepositie? Dan is deze regeling wellicht iets voor u.
Voorstel grondgebonden melkveehouderij
Diverse partijen zijn voorstander van een grondgebonden melkveehouderij, met behoud van het areaal grasland. Onlangs hebben een tweetal Kamerleden een initiatiefwetsvoorstel ingediend.
Hoofdlijnen initiatiefwet ‘grondgebondenheid’
Bij deze initiatiefwet wordt Nederland ingedeeld in twee gebieden.
Agrarische hoofdstructuur
Een groot deel van het landbouwgebied zal binnen een Agrarische hoofdstructuur vallen. Melkveebedrijven binnen dit gebied moeten zich, volgens het voorstel, aan een graslandnorm per GVE houden. In 2028 zou een norm van 0,20 ha grasland (incl. rustgewassen) per GVE gaan gelden. Deze norm wordt stapsgewijs verhoogd naar 0,35 ha/GVE in 2034.
Maatschappelijke Landbouw (ML)
Voor de aanwijzing van gebieden met ‘Maatschappelijke Landbouw’ wordt gedacht aan (zones rondom) Natura 2000-gebieden, veenweidegebieden en zandgronden met beperkte draagkracht. Voor bedrijven binnen een ML-gebied gaat een maximale GVE-norm per hectare gelden. Volgens het voorstel: in 2034 maximaal 1,5 GVE/ha. Voldoet een bedrijf aan deze norm, dan kan het bedrijf per hectare een vergoeding (€ 1.000 tot € 2.500) ontvangen voor ‘maatschappelijke diensten’.
Verantwoorde mestafzet
In het wetsvoorstel wordt ook de mestafzet beperkt. Hiervoor wordt Nederland ingedeeld in drie ‘vervoersregio’s. Wordt de mest buiten de vervoersregio van het bedrijf afgevoerd, dan mag dit tot maximaal 100 km vanaf het bedrijf.
Haalbaarheid initiatiefwet
De kans dat u in de toekomst te maken krijgt met eisen omtrent grondgebondenheid en grasland is behoorlijk groot. Of de initiatiefwet (met eventuele aanpassingen) het uiteindelijk gaat halen is uiteraard niet bekend. Zeker niet gezien de aanstaande verkiezingen.
Aandachtspunten rustgewassen
Op bouwland op zand- en lössgrond geldt, vanuit de mestwetgeving, een rustgewasverplichting. Daarnaast kunt u binnen het GLB op alle grondsoorten kiezen voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Waar moet u rekening mee houden? Wat speelt in 2026?
Rustgewas ‘mest’
Op zand- en lössgrond moet u, op ieder perceel bouwland, in de periode 2023 t/m 2026 tenminste eenmaal een rustgewas telen. Heeft u op een perceel de afgelopen jaren nog geen rustgewas geteeld? Dan bent u verplicht om dit in 2026 alsnog te doen.
Verplichting per perceel los van gebruiker
De rustgewasverplichting geldt per perceel, ongeacht de gebruiker. Neemt u in 2026 een perceel in gebruik waarop nog geen rustgewas is geteeld? Dan rust de verplichting op u om in 2026 een rustgewas te telen.
Voorwaarden rustgewas
Voor het telen van een verplicht rustgewas gelden o.a. de volgende voorwaarden:
· U teelt een aangewezen rustgewas als hoofdteelt. U mag een mengsel van gewassen telen, waarbij het mengsel voor minimaal 2/3e uit aangewezen rustgewassen bestaat.
· Een combinatie van een (willekeurige) hoofdteelt gevolgd door een vanggewas kan ook als rustgewas gelden. U moet een toegestaan vanggewas na de oogst van de hoofdteelt inzaaien en uiterlijk 31 augustus. U moet het vanggewas minimaal t/m 31 januari telen. Het vanggewas mag niet bemest worden. Een mengsel van vanggewassen is toegestaan, mits, na opkomst minimaal 2/3e van het gewas uit toegestane vanggewassen bestaat. Onderzaai van een vanggewas is niet toegestaan.
· De rustgewasverplichting geldt niet voor percelen met een biologische productiemethode en voor percelen waarop in de periode 2023 t/m 2026 onafgebroken hetzelfde gewas aanwezig is.
GLB eco-activiteit ‘Rustgewas’
Op alle grondsoorten kunt u, binnen de GLB ecoregelingen, een toegestaan gewas inzetten voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Vanaf 2026 moet u rekening houden met de ‘1:3 eis’.
Voorwaarden rustgewas
Voor eco-activiteit ‘Rustgewas’ gelden o.a. de volgende voorwaarden:
· U teelt een toegestaan rustgewas als hoofdteelt.
· Vanaf 2026 moet u, op alle grondsoorten, per perceel voldoen aan de ‘1:3-eis’. Dit betekent dat u deze eco-activiteit alleen kunt toepassen als u eenmaal in de drie jaar een rustgewas teelt. Wilt u deze eco-activiteit in 2026 toepassen? Dan moet u ook in 2023 en/of later een rustgewas op het betreffende perceel hebben geteeld. Voor de voorgaande jaren kijkt RVO zowel naar de lijst van rustgewassen voor de rustgewasverplichting (mest) als de lijst van rustgewassen voor de eco-activiteit rustgewas (GLB).
· Een mengsel van rustgewassen is toegestaan, mits alle gewassen in het mengsel een toegestaan rustgewas zijn.
Toegestane rustgewassen
Voor zowel de rustgewasverplichting (mest) als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ geldt een gewassenlijst met toegestane rustgewassen. Echter de gewassenlijsten zijn niet aan elkaar gelijk. Zo zijn bijvoorbeeld ‘grassen’ wel toegestaan bij de rustgewasverplichting, maar niet bij de eco-activiteit. Daarnaast staat het gewas gele mosterd niet op de gewassenlijst voor de rustgewasverplichting. Heeft u hier vragen over? Raadpleeg dan uw adviseur.
Beweiden en oogsten toegestaan
Bij zowel de rustgewasverplichting als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ is het beweiden en/of oogsten van het gewas toegestaan. Bij de rustgewasverplichting moet het onbemeste vanggewas wel in intact blijven t/m 31 januari.
Wilt (of moet) u in 2026 een rustgewas telen in het kader van ‘mest’ en/of het ‘GLB’? Houd dan rekening met de (nieuwe) voorwaarden.
Kort nieuws
Renure stap dichterbij
De Europese Commissie heeft ingestemd met de toepassing van Renure. Hiermee is het gebruik van Renure nog niet toegestaan. Ook de Europese Raad en het Europese Parlement moeten nog instemmen. Vervolgens moeten de voorwaarden in Nederlandse regelgeving worden opgenomen. Met Renure mag u extra stikstof uit verwerkte dierlijke mest gebruiken boven op de norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest. Waarschijnlijk mag dit tot 80 kg stikstof per hectare. Renure kan alleen geproduceerd worden met bepaalde toegestane mestverwerkingstechnieken. Ook worden eisen gesteld aan de kwaliteit van Renure. Het gebruik van Renure is positief voor de Nederlandse landbouw. Of dit op uw bedrijf ook het geval zal zijn is mede afhankelijk van de exacte voorwaarden, de beschikbaarheid en de kosten.
Stimuleringsregeling vanggewas
Op basis van de ‘Stimuleringsregeling vanggewas’ op zand- en lössgrond, wordt u gekort op uw stikstofnorm als u na 1 oktober een vanggewas inzaait. Heeft u nog geen vanggewas ingezaaid en zaait u een perceel in op uiterlijk 31 oktober? Dan is de korting op de stikstofnorm 10 kg N/ha. Zaait u het vanggewas in op 1 november of later? Of zaait u geen vanggewas? Dat is de korting 20 kg stikstof per hectare. Daarnaast geldt voor alle ingezaaide vanggewassen dat u deze niet voor 1 februari mag vernietigen. Doet u dat wel, dan volgt een stikstofkorting van 20 kg/ha. De totale stikstofkorting wordt op bedrijfsniveau verrekend met de stikstoftotaalruimte in het opvolgende jaar.
Deze regeling geldt niet voor een verplicht vanggewas na mais.
Agenda
T/m 31 oktober
• Inzaai verplicht vanggewas na snijmais (zand/löss). Vanggewas is wintergraan dat volgend jaar als hoofdteelt wordt geteeld.
• Inzaai verplicht vanggewas na biologische snijmais en overige mais (zand/löss).
T/m 1 november
• Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en fosfaatrechten moet inleveren.
T/m 18 november
• Aanvragen adviesvoucher en/of bedrijfsplanvoucher, mits budget toereikend is.
T/m 1 december
• Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en geen fosfaatrechten heeft.
Vanaf 1 december
• Beslissing en uitbetaling GLB-bedrijfstoeslag 2025.
Over ons
Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren.
Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt?
Hierbij onze contactgegevens:
WEA Accountants en Adviseurs Naaldwijk
Tel: 0174 – 63 02 41
info@weanaaldwijk.nl
WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.



