AgroActualiteiten

22 oktober 2024



Inhoud

1. Voorstellen aanpak mestmarkt                                 

2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december                         

3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag                       

4. Hoogte basis- en eco-premie 2024                         

5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025                   

6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’                       

7. Subsidie voor verduurzaming                                     

8. Kort nieuws 

9. Agenda                                                                      




1.  Voorstellen aanpak mestmarkt


De minister heeft onlangs (nood)maatregelen voorgesteld die de druk op de mestmarkt moeten verminderen.


Derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden

Eén van de oorzaken van de huidige ‘overspannen’ mestmarkt is o.a. de verkleining van de mestplaatsingsruimte. Een deel daarvan wordt veroorzaakt door de derogatievrije zones rondom Natura 2000-gebieden. Deze zones zijn op dit moment 250 meter breed. De minister wil deze zones versmallen naar 100 meter.


Aanpassen forfaitaire stikstofnorm melkvee

Volgens (nieuw) onderzoek vervluchtigt bij melkvee meer stikstof (in onschadelijke stikstofgassen) dan tot nu toe is aangenomen. Om deze reden is de minister van plan de stikstofcorrectiefactoren te verhogen, waardoor de forfaitaire stikstofnormen voor melkvee kunnen worden verlaagd. De mestproductie (stikstof) neemt dan af.


Verhogen mestverwerking en export van mest

Om de druk op de Nederlandse mestmarkt te verlagen wil de minister de export van mest stimuleren. Hiertoe zijn drie sporen aangekondigd:

·        Hogere mestverwerkingsplicht voor landbouwbedrijven.

·        Vergroten van de mestverwerkingscapaciteit.

·        Vergroten van de buitenlandse afzetmarkt voor verwerkte mest.


Nieuwe beëindigingsregeling

Naast de bestaande regelingen Lbv en Lbv+ en de, door de minister, eerder aangekondigde beëindigingsregeling voor kleine sectoren wil de minister uiterlijk in 2026 een nieuwe brede beëindigingsregeling openstellen.


Verlagen mestplafonds en afroming bij overdracht productierechten

Vanuit de derogatiebeschikking is Nederland verplicht om de mestproductieplafonds voor stikstof en fosfaat per 2025 verder te verlagen. Om onder de nieuwe mestplafonds te komen heeft de minister bij de overdracht van productierechten een (hogere) afroming voorgesteld.


Wetsvoorstel mestplafonds en afroming productierechten

Volgens een wetsvoorstel dalen de nationale mestplafonds vanaf 2025 met circa 10%. Bij de voorgestelde sectorale mestplafonds is de daling bij de varkens- en pluimveesector fors hoger dan bij de melkveesector. Daarnaast zijn de volgende afromingspercentages bij overdracht van productierechten voorgesteld: fosfaatrechten 30% (was 10%), varkensrechten 25% en pluimveerechten 15%. Een uitzondering geldt voor overdrachten in familieverband. Bepaalde uitzonderingen zijn nog wel een onderwerp van discussie.


Maatregelen op Europees niveau

Naast de bovenstaande inzet op Nationaal niveau zijn ook maatregelen voorgesteld die op Europees niveau afgestemd moeten worden. De haalbaarheid van Europese maatregelen zijn moeilijker in te schatten.

 

Invoeren gebruik Renure

Met de inzet van ‘Renure’ (kunstmestvervanger) ontstaat meer ruimte om dierlijke mest af te zetten in Nederland. Echter hiervoor moet ‘Brussel’ de Nitraatrichtlijn aanpassen. De minister hoopt dat de goedkeuring voor ‘Renure’ spoedig volgt, maar het is de vraag of dit nog voor het groeiseizoen van 2025 gaat lukken.


Nieuwe derogatie

In de voorstellen geeft de minister aan dat gestreefd wordt naar ‘gewas- en grondsoortgerichte stikstofgebruiksnormen’, i.p.v. de standaardnorm van 170 kg stikstof/ha. Ook hiervoor moet de Nitraatrichtlijn worden aangepast. Als tussenoplossing wil de minister in 2026 een verhoogde stikstofnorm voor grasland bewerkstelligen.


Minder ’nitraat kwetsbare gebieden’

In Nederland is op dit moment het gehele grondgebied aangewezen als ‘kwetsbaar gebied’. De minister wil dit gebied verkleinen, waardoor bepaalde regels voor minder percelen van toepassing zijn.   


2. GLB-aanvraag uiterlijk 2 december


Om uw GLB-subsidies 2024 te ontvangen moet u uiterlijk 2 december uw definitieve GLB-aanvraag indienen. Naast de aanvraag van uw subsidies moet u ook diverse gegevens voor ‘mest’ actualiseren.


GLB-aanvraag

U kunt uw definitieve aanvraag indienen door uw eerdere Gecombineerde opgave (GO) te openen en te actualiseren. Vervolgens dient uw GO/definitieve aanvraag in. Bij het actualiseren van de inhoud zijn onderstaande zaken van belang.


Subsidiabele gewassen

U kunt alleen basis- en eco-premie ontvangen op subsidiabele grond. Voldoet een perceel niet (meer) aan de eisen? Haal dan het vinkje voor de basis- en eco-premie weg. Dit kan gevolgen hebben voor berekening van de ecoregeling.


Hoofdteelt en vanggewassen

Met de GO heeft u de hoofdteelt op uw percelen opgegeven. Door het natte teeltseizoen is het geteelde gewas soms anders dan eerder is opgegeven. Speelt dit? Pas dan het gewas van uw hoofdteelt aan.

In de GO kunt u, naast de hoofdteelt, ook vanggewassen opgeven. Bij sommige regelingen is dit verplicht. Is er iets gewijzigd in het gewas en/of de zaaidatum? Corrigeer dan uw opgave.


Ecoregeling

Bij de definitieve aanvraag bevestigt u uw eerder opgegeven eco-activiteiten. Heeft u een eco-activiteit niet uitgevoerd? Of voldoet u niet (meer) aan de voorwaarden? Trek dan de eco-activiteit in. Heeft u een eco-activiteit op een deel van uw perceel uitgevoerd? Splits dan het perceel in een perceel met en een perceel zonder deze eco-activiteit.                                  


3. Bedrijfsoverdracht en GLB-aanvraag


Is er sprake geweest van een bedrijfsoverdracht? Dan moet het nieuwe bedrijf de definitieve aanvraag indienen. Speelt de overdracht tijdens de aanvraagperiode? Dan is het soms verstandiger dat het oorspronkelijke bedrijf de aanvraag indient.


Werkwijze bij bedrijfsoverdracht

Meldt u een bedrijfsoverdracht bij RVO? Dan kunt u in de melding aangeven dat het oorspronkelijke bedrijf (overdrager) de GLB-aanmelding overdraagt aan het nieuwe bedrijf (overnemer). De overnemer kan dan de definitieve aanvraag indienen. Als de aanmelding wordt overgedragen, dan kan RVO de GO van de overdrager overzetten naar de overnemer. Dit kan alleen als er sprake is van:

·        Overlijden.

·        Overdracht naar eigen Burgerservicenummer (BSN).

·        Juridische wijziging, waarbij minimaal één overdrager ook deelneemt in het nieuwe bedrijf. 


Is dit het geval? Volg dan de instructie van RVO. In andere situaties moet de overnemer de GO/aanvraag zelf geheel invullen. In beide situaties is het van belang dat de overdrager ‘actief landbouwer’ blijft op 15 mei (dus niet met terugwerkende kracht uitschrijven).


Aanvraag indienen door overdrager

Als de overdrager de GLB-aanmelding niet wil overdragen, dan kan de overnemer de definitieve aanvraag niet indienen. De overdrager kan dit nog wel, mits het bedrijf nog ‘actief landbouwer’ is.


Overdracht einde aanvraagperiode

Vindt de bedrijfsoverdracht later in de aanvraagperiode (15 oktober t/m 2 december) plaats? Dan kunt overwegen om de overdrager de definitieve aanvraag nog te laten indienen (mits ‘actief landbouwer’). U kunt de bedrijfsoverdracht dan daarna melden.                                        


4. Hoogte basis- en eco-premie 2024


De basis- en eco-premies 2024 zijn nog niet definitief vastgesteld. Wel is bekend dat u, door extra nationaal budget, de maximale eco-premie kunt ontvangen.


Nationaal budget ingezet voor GLB

Nederland heeft van ‘Brussel’ goedkeuring gekregen om een bedrag van € 50 miljoen in te zetten als compensatie voor de eco-premie. Hierdoor hoeft er geen budget vanuit de basispremie overgeheveld te worden. De basispremie bedraagt hierdoor waarschijnlijkheid € 247 voor de eerste 40 hectares. Voor de overige hectares geldt een bedrag van € 193. Deze bedragen zijn nog niet definitief.


Maximale Eco-premie

Met het extra budget wordt hoogstwaarschijnlijk de maximale eco-premie uitbetaald, namelijk: Brons € 60, Zilver € 100 en Goud € 200.


 
Compensatie eco-premie

De compensatie bedraagt € 32,50 per hectare. De compensatie wordt los van de eco-premie uitbetaald.

U kunt deze compensatie ontvangen als u:

·        Bij de GO een aanmelding voor de ecoregeling heeft ingediend.

·        Bij deze aanmelding minimaal in ‘Brons’ terecht kwam (voldoende punten en waarde).

·        Bij de definitieve aanvraag uw uitgevoerde eco-activiteiten opgeeft.


Als u bij de definitieve aanvraag niet meer aan de instapeis of -waarde voor tenminste ‘Brons’ voldoet, kunt u toch deze compensatie ontvangen. U moet wel eco-activiteiten hebben uitgevoerd en opgegeven.


Correctie op eco-premie

De eco-premie wordt op een later moment uitbetaald. De eco-premie bedraagt dan het bedrag voor een bepaalde klasse minus de compensatie.



5. Aangekondigde wijzigingen GLB 2025

In 2025 krijgt u te maken met enkele (eerder aangekondigde) wijzigingen van de conditionaliteiten en de ecoregeling van het GLB.


Wijzigingen conditionaliteiten, vaak versoepelingen, maar ook (forse) aanscherpingen

De volgende wijzigingen worden (waarschijnlijk) doorgevoerd:

·        Bescherming veengronden: percelen blijvend grasland op alle veengronden moeten grasland blijven!

·        Bufferstroken: chemische gewasbescherming is toegestaan bij de verplichte bestrijding van Wilde haver, Knolcyperus en bepaalde andere invasieve exoten.

·        Niet productief areaal: de eis van minimaal 4% niet-productief areaal op bouwland vervalt.

·        Soms mag u beschadigd grasland (door bijvoorbeeld wilde dieren) in Habitatgebieden vernieuwen.


Daarnaast krijgt u te maken met extra randvoorwaarden op basis van de zogenoemde de ‘sociale conditionaliteiten’. Als u bestaande wetgeving t.a.v. o.a. arbeidsovereenkomsten en een veilige omgeving overtreedt, dat u dan naast een boete ook gekort kunt worden op uw GLB-subsidies.


Wijzigingen eco-activiteiten

Vanaf 2025 kunt u ook kiezen voor de nieuwe eco-activiteiten ‘Tagetes als aaltjesbesterijding’ en ‘Voedselbos’. De eco-activiteit ‘vroeg ras rooigewas 1 november’ komt te vervallen.

Ook moet u letten op wijzigingen van bepaalde voorwaarden, punten en waarden van eco-activiteiten.


6. Nieuwe regelingen ‘Aanpak stikstof’
 

Eerder is in het kader van de ‘Aanpak stikstof’ aangegeven dat er regelingen zouden komen om te innoveren, extensiveren, omschakelen, verplaatsen of te beëindigen. Deze regelingen zijn met name bedoeld voor piekbelasters. Onlangs zijn in dit kader enkele nieuwe regelingen gepubliceerd of aangekondigd.


Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters

Bent u een piekbelaster? En heeft u een melkvee-, vleeskalveren- en/of varkenshouderij? Dan kunt u voor deze subsidie in aanmerking komen. Deze subsidieregeling wordt opengesteld van 21 oktober 2024 t/m 8 januari 2025.


 
Landelijke verplaatsingsregeling veehouderij met piekbelasting

Als piekbelaster kunt u subsidie aanvragen voor het verplaatsen van uw bedrijf.

Deze subsidieregeling bestaat uit twee modules:

·        Haalbaarheidsonderzoek bedrijfsverplaatsing (openstelling van 2 december 2024 t/m 30 mei 2025).

·        Uitvoering bedrijfsverplaatsing (openstelling 6 januari 2025 t/m 30 november 2027).


Lbv voor kleinere sectoren

Deze beëindigingsregeling is bedoeld voor de kleinere sectoren: geiten, vleeseenden, konijnen, vleeskalveren en overig rundvee. De openstellingsperiode is nog niet bekend. Ook is de regeling nog niet gepubliceerd.


7. Subsidie voor verduurzaming


U komt in aanmerking voor de ‘Subsidie voor investeringen in verduurzaming door piekbelasters’ als u piekbelaster bent en een veehouderij heeft met melkvee, vleeskalveren en/of varkens.


Subsidie voor duurzame investeringen

De subsidie is bedoeld voor investeringen die de ammoniakemissie op uw bedrijf verminderen. Daarnaast moet u ook investeren in de brandveiligheid en/of het dierwelzijn van uw dieren. U kiest dus altijd voor een combinatie van maatregelen. U kunt afhankelijk van de diersoort kiezen uit de volgende vijf soorten maatregelen:

·        Nageschakelde technieken.

·        Brongerichte technieken.

·        Investeringen in brandveiligheid.

·        Investeringen op het gebied van dierenwelzijn.

·        Aanvullende investeringen buiten de stal om de ammoniakemissie te verminderen.

 

Bent u melkveehouder?

Dan moet u een brongerichte techniek (Lely Sphere) combineren met een investering in brandveiligheid.


Heeft u vleeskalveren en/of varkens?

Dan moet u investeren in een nageschakelde techniek (luchtwasser) én moet u kiezen voor één van de volgende opties:

·        Investeren in brandveiligheid en dierenwelzijn.

·        Investeren in een brongerichte techniek en brandveiligheid.


Hoogte subsidie

Voor uw investeringen krijgt u maximaal 80% subsidie. Per veehouderijlocatie moet de subsidie minimaal € 25.000 bedragen. Het maximale subsidiebedrag is € 600.000. De subsidie is bedoeld voor de aankoop van de investeringen en de installatie hiervan.


Komende vijf jaar geen uitbreiding in dieren

Maakt u gebruik van deze subsidieregeling? Dan mag, op de betreffende locatie, het aantal dieren in de komende vijf jaar niet toenemen.


8. Kort nieuws



Uiterlijk 21 oktober (verplicht) vanggewas

Teelt u mais op zand- of lössgrond? Dan moet u dit jaar binnen 7 dagen na de maisoogst en uiterlijk op 21 oktober een vanggewas hebben ingezaaid. Als alternatief kunt u tot uiterlijk 31 oktober een wintergraan inzaaien, die u in 2025 soms als hoofdteelt moet telen. Teelt u andere gewassen dan mais op zand- en lössgrond? Dan moet u ook uiterlijk 21 oktober een vanggewas inzaaien als u een korting op de stikstofnorm van volgend jaar wilt voorkomen. Dit geldt niet bij ‘winterteelten’. Is het vanggewas en/of de inzaaiperiode gewijzigd t.o.v. de GO? Pas dan uw GO tijdig aan.

 

‘Aanvullende gegevens’ voor alle bedrijven

In januari 2025 moeten alle landbouwbedrijven ‘Aanvullende gegevens’ indienen bij RVO.

Het gaat hierbij o.a. over aan- en afvoer van (kunst)meststoffen in 2024 en de mestvoorraad op 31 december 2024. Het is verstandig om op basis van uw ‘Aanvullende gegevens’ een gebruiksnormenberekening te maken over 2024.

 

Aanmelden fosfaatverrekening

Bent u akkerbouwer? En verwacht u dat u dit jaar de fosfaatgebruiksnorm overschrijdt met maximaal 20 kg per hectare? Dan kunt u zich t/m uiterlijk 31 december bij RVO aanmelden voor de fosfaatverrekening. Als u aan alle voorwaarden voldoet, kunt u uw fosfaatoverschot doorschuiven naar het volgende jaar.



9. Agenda


Uiterlijk 21 oktober

•     Inzaaien vanggewas na mais op zand/löss.

•     Inzaaien vanggewas zonder korting op stikstofnorm (zand/löss).

Uiterlijk 31 oktober

•     Inzaai wintergraan of spelt als vanggewas na mais (zand/löss).

Uiterlijk 1 november

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (met inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 1 december

•     Aanmelden vrijstelling zoogkoeien (zonder inleveren fosfaatrechten). Geldt alleen voor nieuwe deelnemers.

Uiterlijk 2 december

•     Indienen definitieve GLB-aanvraag.

Uiterlijk 31 december

•     Aanmelden fosfaatverrekening.

•     Indienen VVO’s en 3PO’s.

•     Indienen overdrachten productierechten 2024.

 


7 november 2025
1. Anticipeer op 12% extra belasting fossiele personenauto van de zaak Werkgevers gaan extra belasting betalen als ze vanaf 1 januari 2027 een fossiele personenauto van de zaak (CO2-uitstoot groter dan nul) voor het eerst aan hun werknemer ook voor privégebruik ter beschikking stellen. Het addertje onder het gras bij deze regeling is dat woon-werkverkeer ook privé is! De belasting bedraagt in beginsel 12% van de cataloguswaarde. Voor personenauto’s die vóór 2027 ter beschikking worden gesteld, gaat de heffing pas in per 17 september 2030. Houd daarom ook al rekening met de regeling als u overweegt om voor 2027 nog fossiele personenauto’s voor het eerst ter beschikking te stellen. Bij een aanschaf of een leasecontract met een langere looptijd wilt u wellicht al kiezen voor een emissievrije personenauto. Let op: De bijtelling van de auto van de zaak blijft ook gewoon bestaan! De lagere bijtelling voor een auto van de zaak die geen CO2 uitstoot, vervalt echter per 2026. Schaft u nog in 2025 een elektrische auto aan, dan heeft u nog wel maximaal 5 jaar profijt van de lage bijtelling. 2. Plan de samenstelling van uw vermogen box 3 Heeft u privévermogen, dan is het van belang rekening te houden met de belastingheffing die u moet betalen over de verschillende typen vermogens in box 3. De hoogte van de box 3-belasting hangt namelijk niet alleen af van de hoogte van uw vermogen, maar ook van de samenstelling. Bovendien tellen roerende zaken in eigen gebruik (denk aan inboedel, juwelen of een boot) niet mee in box 3. U kunt dan ook belasting besparen door slim te plannen rondom de peildatum van 1 januari 2026. Koop roerende zaken voor eigen gebruik daarom vóór 1 januari 2026 in plaats van net daarna. En heeft u een onroerende zaak in box 3 verkocht, kijk dan of deze nog vóór 1 januari 2026 bij de notaris overgedragen kan worden. Dan bedraagt het wettelijk vastgestelde rendement hierover op 1 januari 2026 geen 7,78%, maar het veel lagere wettelijk vastgestelde rendement dat voor banktegoeden geldt. Let op: De advisering rondom box 3 is altijd maatwerk en omvat meer dan hiervoor beschreven! Raadpleeg daarom uw adviseur voor uw eigen situatie. 3. Controleer of u de tegenbewijsregeling box 3 kunt toepassen Is uw totale werkelijke rendement in box 3 lager dan het totaal berekende wettelijk vastgestelde rendement, dan kunt u misschien een beroep doen op de tegenbewijsregeling box 3. De Hoge Raad sprak zich hierover vanaf medio 2024 uit. In beginsel is het mogelijk om voor de jaren 2017 tot en met 2027 een beroep te doen op de tegenbewijsregeling box 3. Voor de jaren 2017-2020 kan dat echter alleen als uw definitieve aanslag IB op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond én u tijdig bezwaar maakte of verzocht om ambtshalve vermindering. Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) . De Belastingdienst verstuurt vanaf juli gefaseerd brieven. Neem na ontvangst van deze brief zo snel mogelijk contact op met onze adviseurs. De reactietermijn is in bepaalde gevallen namelijk maar twaalf weken! Let op: De berekening van het werkelijk rendement is waarschijnlijk anders dan u in gedachten heeft voor een werkelijk rendement. Zo tellen bijvoorbeeld ook de nog niet gerealiseerde waardeveranderingen mee. Neem voor de beoordeling of u een beroep kunt doen op de tegenbewijsregeling box 3 daarom contact op met onze adviseurs. Tip! Is uw werkelijk rendement hoger, dan hoeft u niets te doen. U betaalt dan gewoon box 3-heffing op basis van het wettelijk vastgestelde rendement. 4. Dividend uitkeren of nog niet? Het tarief in box 2 bedraagt in 2025 24,5% tot een inkomens van € 67.804 (of € 135.608 voor fiscale partners gezamenlijk). Over het meerdere bedraagt het tarief in 2025 31%. Het is daarom aantrekkelijker om dividend uit te keren tot € 67.804 (bij fiscale partners € 135.608) dan een hoger bedrag. Ga na welke bedragen aan dividend u de komende jaren wilt uitkeren en houd hierbij rekening met deze tariefverschillen. 5. Anticipeer op btw-herzieningsdiensten vanaf 2026 Voor investeringen in roerende en onroerende goederen geldt nu al een btw-herzieningsregeling. Vanaf 2026 gaat ook een btw-herzieningsregeling gelden voor diensten van minimaal € 30.000 (excl. btw)aan onroerende zaken. Deze investeringsdiensten worden vanaf 2026 gevolgd in het jaar van ingebruikname, plus de vier daaropvolgende jaren. Wijzigt in die periode het gebruik voor btw-belaste en/of btw-vrijgestelde prestaties, dan wordt de btw-aftrek op de investeringsdienst herzien. De btw-herzieningsregeling geldt alleen voor diensten die de onroerende zaak meerjarig dienen, zoals het vernieuwen en onderhouden van onroerende zaken, maar ook aan met een verbouwing samenhangende sloopwerkzaamheden. Ook materialen, installaties, machines en werktuigen die opgaan in een dienst en na installatie of montage hun zelfstandigheid verliezen, worden gezien als onderdeel van de investeringsdienst. De btw-herzieningsregeling gaat gelden voor investeringsdiensten die vanaf 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Neemt u deze investeringsdiensten dus nog vóór deze datum in gebruik, dan worden ze niet geraakt door de regeling. Tip! De grens van € 30.000 geldt per dienst. 6. Handhaving op schijnzelfstandigheid Na jarenlang zonder handhaving (behalve bij kwaadwilligen), is de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 weer gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Houd er rekening mee dat er vanaf 2026 ook weer boetes opgelegd kunnen worden, ook wanneer er geen sprake is van opzet of kwade trouw. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zelfstandige (zzp’er) volgens de wettelijke regels eigenlijk in dienst is bij een opdrachtgever. Werkt u met zelfstandigen? Controleer dan goed of deze eigenlijk niet bij u in dienst zouden moeten zijn. Welke afspraken heeft u gemaakt, hoe heeft u dit vastgelegd en sluiten de afspraken ook daadwerkelijk aan bij de praktijk? Let op: Contractuele afspraken komen niet altijd overeen met hoe in de praktijk wordt gewerkt. De uitvoering van de werkzaamheden in de praktijk is doorslaggevend. 7. Koop tweede woning pas in 2026 Bent u van plan een woning aan te schaffen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld een woning voor de verhuur aan uw kind? Wacht – indien mogelijk – hiermee dan tot na 2025. Vanaf 2026 wordt de overdrachtsbelasting voor woningen die u niet zelf als hoofdverblijf gaat gebruiken namelijk verlaagd van 10,4 naar 8%. Dat kan behoorlijk in de portemonnee schelen. Zo bedraagt het voordeel voor een woning met een waarde van € 500.000 bijvoorbeeld al € 12.000. 8. Benut uw vrije ruimte Binnen de werkkostenregeling betaalt u als werkgever geen belasting als u met uw vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel binnen de vrije ruimte blijft. Deze bedraagt in 2025 2% tot een totale fiscale loonsom van € 400.000 en 1,18% daarboven. Ga na of u nog vrije ruimte over heeft en maak hier gebruik van als u uw personeel extra wilt belonen. Een overschot aan vrije ruimte kunt u namelijk niet meenemen naar 2026. Bent u dga met een bv, dan kunt u zichzelf op deze manier ook een belastingvrije bonus cadeau doen voor zover deze bonus aan de gebruikelijkheidstoets voldoet. Tip! Tot een totaalbedrag van € 2.400 per werknemer per jaar gaat de Belastingdienst er in beginsel van uit dat voldaan is aan de gebruikelijkheidstoets. 9. Koop nog dit jaar een lijfrente Betaalde bedragen voor de aankoop van een lijfrente zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar. Voor degene met een pensioentekort in 2024 bedraagt de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2025 30% van het inkomen (onder meer winst en loon). De maximale jaarruimte bedraagt in 2025 € 35.798. Misschien heeft u ook nog reserveringsruimte uit voorgaande jaren? Dan kunt u daarvan in 2025 maximaal € 42.108 gebruiken. Zorg wel dat u de lijfrentepremies in 2025 betaalt! Alleen dan kunt u deze nog in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting 2025. Bij betaling in 2025 zijn uw banktegoeden op 1 januari 2026 lager en betaalt u over 2026 wellicht ook minder belasting in box 3. Let op: De betaalde bedragen voor lijfrenten zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. De fiscale jaarruimte 2025 weerspiegelt dit pensioentekort in 2024. 10. Laat uw herinvesteringstermijn niet verlopen Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves (HIR) niet verlopen. Een HIR die u in 2022 gevormd heeft, moet u in principe vóór 31 december 2025 benutten. Doet u dat niet, dan valt de HIR vrij en bent u daarover belasting verschuldigd. Tip! In bijzondere omstandigheden is soms een langere termijn van herinvesteren mogelijk. Neem voor meer informatie contact op met onze adviseurs. Let op: Een aantal van de bovengenoemde tips is nog niet definitief en moeten nog door de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Daarom overleggen wij graag met u persoonlijk of het verstandig is wel of geen stappen te zetten.
7 november 2025
Voorstel: afschaffen afroming dierrechten Bij overdrachten van varkens- en pluimveerechten worden de rechten in veel gevallen afgeroomd. Minister Wiersma wil deze afroming op korte termijn helemaal afschaffen. Huidige afroming Draagt u varkens- of pluimveerechten over? Dan worden varkensrechten met 22% afgeroomd en pluimveerechten met 13%. Bij bepaalde overdrachten vindt geen afroming plaats, zoals bijvoorbeeld overdrachten binnen familieverband (tot en met de 3 e graad bloed- of aanverwant). Voorstel afschaffen afroming Het voorstel is om de afroming af te schaffen. Duidelijk is inmiddels dat de Tweede Kamer geen bezwaar heeft. Voor de Eerste Kamer geldt dit ook voor wat betreft de pluimveerechten. Over de afschaffing van de afroming bij varkensrechten stemt de Eerste Kamer binnenkort nog over een motie. Daarnaast moet de minister de wijziging voorleggen aan de Raad van State. Het streven is om de afschaffing van de afroming begin december door te voeren. Wacht met melden overdracht De voorgenomen wijziging geldt alleen voor overdrachten die RVO verwerkt nadat de afschaffing van afroming definitief is. Het advies is om voorlopig geen overdrachten van varkens- pluimveerechten te registreren, tenzij sprake is van een overdracht zonder afroming. Is er sprake van een overdracht van dierrechten met afroming? Wacht dan zo mogelijk met het melden van de overdracht tot duidelijk is of de afroming definitief vervalt. Aanvragen bedrijfsplan- of adviesvoucher U kunt in de periode van 7 oktober t/m 18 november een bedrijfsplan- en/of adviesvoucher aanvragen. Het budget voor de adviesvoucher is echter al overschreden op het moment dat u dit artikel leest. Waarschijnlijk geldt dit niet voor de bedrijfsplanvoucher. GLB-kennisvoucher bedrijfsplan Met een bedrijfsplanvoucher kunt u een bedrijfsplan laten opstellen voor het verduurzamen van uw bedrijf. Het bedrijfsplan moet u laten opstellen door een erkende BAS-adviseur. Deze adviseur moet geregistreerd staan met tenminste één van de aandachtsgebieden: · ‘E3 Bedrijfsopvolging’. · ‘E4 Verdienvermogen’. Onderwerpen in bedrijfsplan Het bedrijfsplan moet ingaan op het onderwerp ‘emissiereductie stikstof’. Daarnaast moet het tenminste vier van de volgende onderwerpen bevatten: · Emissiereductie gebruik gewasbeschermingsmiddelen en toepassen geïntegreerde gewasbescherming. · Emissiereductie broeikasgassen. · Emissiereductie nitraat en andere meststoffen. · Vergroten biodiversiteit. · Versterken duurzaam bodembeheer. · Verhogen aandeel circulair veevoergebruik. · Verbeteren dierenwelzijn en diergezondheid. Waarde en aanvragen voucher De waarde van de voucher is maximaal € 6.000 en bedraagt 80% van de subsidiabele kosten. U kunt de voucher aanvragen via mijn.rvo.nl. RVO handelt de aanvragen af op volgorde van binnenkomst. GLB-kennisvoucher advies De waarde van een adviesvoucher is € 1.500. Op het moment dat u dit leest is het budget al overschreden. Mogelijk wordt het budget nog verhoogd. Informeer bij uw adviseur of aanvragen nog zinvol is. Heeft u interesse in de bedrijfsplanvoucher? Neem dan contact op met een BAS-adviseur en vraag de voucher zo snel mogelijk aan. Voorstel subsidie extensivering melkveebedrijf Minister Wiersma heeft de ‘Subsidieregeling extensivering melkveehouderij’ (Sem), overleg met de sector, verder uitgewerkt. De regeling is nog niet definitief en wacht op goedkeuring van de Europese Commissie. De openstelling wordt dit jaar nog verwacht. Doel en budget Met de Sem wil de minister structureel de emissie van broeikasgassen en ammoniak verminderen. Daarnaast verlaagd de regeling de mestproductie, wat positief bijdraagt aan de huidige mestproblematiek. Beschikbaar budget Voor deze regeling is een budget van € 627 miljoen beschikbaar. Overleg met de sector De minister werkt deze subsidieregeling uit in overleg met zeven samenwerkende melkveehouderij-organisaties: LTO Nederland, NAJK, NMV, DDB, Agractie, Natuurweide en Netwerk grondig. Daarnaast zijn NZO en ZuivelNL betrokken bij de uitwerking. Inhoud regeling op hoofdlijnen U kunt vrijwillig deelnemen aan deze subsidieregeling. Als u deelneemt gelden voor u de volgende hoofdregels: · Gedurende drie jaar houdt u 10-20% minder melk- en kalfkoeien. · U levert de fosfaatrechten, voor deze dieren, definitief in. · U gaat niet méér overige graasdieren houden. · U houdt uw areaal grasland in stand. Vergoeding inkomensderving Als u minder melk- en kalfkoeien gaat houden zullen uw inkomsten verminderen. Binnen deze regeling ontvangt u een vergoeding voor deze inkomensderving. De hoogte van deze jaarlijkse vergoeding is nog niet bekend. Wel heeft de minister aangegeven dat in deze vergoeding ook het inleveren van de fosfaatrechten wordt opgenomen. Private bijdrage Naast de jaarlijkse vergoeding vanuit de regeling zijn banken bereid om, onder voorwaarden, rentekortingen te verstrekken voor leningen voor nieuwe duurzame investeringen. Deze private bijdrage wordt, in overleg met banken, verder uitgewerkt door de sector. Keuzes na afloop Sem Na afloop van de looptijd van de regeling (drie jaar) kunt u ervoor kiezen om terug te gaan naar uw oorspronkelijk aantal melk- en kalfkoeien. Voor deze ‘extra’ dieren moet u dan wel fosfaatrechten aanschaffen. U kunt er ook voor kiezen om met het lagere aantal koeien verder te gaan, of verder te extensiveren. Geen gevolgen natuurvergunning Als u deelneemt aan de Sem, en (tijdelijk) 10-20% minder koeien houdt, verandert de bedrijfsvoering niet structureel. Dit geldt als u de opzet van uw bedrijf niet wijzigt: onder andere de stalomvang en melkstalcapaciteit blijft gelijk. In deze situatie is er, op basis van de huidige regelgeving en jurisprudentie, volgens de minister geen ‘wijziging van het project’. Hierdoor blijft uw bedrijf passen binnen uw bestaande natuurvergunning. Vervolg van de procedure De subsidieregeling ligt ter notificatie bij de Europese Commissie. Ondertussen wordt de regeling verder voorbereid. Zodra de Europese Commissie goedkeuring verleent wil de minister de regeling publiceren en direct ook openstellen. De regeling en openstelling worden dit jaar nog verwacht. Naar verwachting wordt deze regeling nog dit jaar opengesteld. Neem contact met ons op als u hier interesse in heeft. Nieuwe stoppersregeling veehouderij Begin 2026 wordt een nieuwe vrijwillige opkoopregeling veehouderijlocaties verwacht voor ‘alle’ bedrijven. Bedrijven binnen 1.000 meter vanaf een Natura 2000-gebied krijgen voorrang. Doelgroep U kunt voor de ‘Vrijwillige beëindigingsregeling veehouderijlocaties’ (Vbr) in aanmerking als u op uw bedrijf melkvee, varkens, pluimvee, vleeskalveren, overig rundvee, geiten, vleeseenden en/of konijnen houdt. Vergoedingssystematiek De vergoedingssystematiek zal vergelijkbaar worden met de eerdere Lbv-regelingen: een forfaitaire vergoeding voor het waardeverlies van de productiecapaciteit (op basis van oppervlakte en leeftijd van de stallen). De hoogte van de vergoeding is nog niet bekend. Daarnaast gaat een markconforme vergoeding gelden voor het verplicht inleveren van fosfaat-, varkens- en/of pluimveerechten. Voorrang bedrijven dicht bij Natura 2000-gebied Ligt uw bedrijf binnen 1.000 meter vanaf een overbelast Natura 2000-gebied? Dan wordt uw aanvraag, op volgorde van binnenkomst, met voorrang afgehandeld. Is daarna nog budget over? Dan komen overige bedrijven in aanmerking. Deze aanvragen worden gerangschikt op basis van ‘efficiëntie’: het aantal euro subsidie per kilogram ammoniakemissiereductie. Openstelling en zaakbegeleider Naar verwachting wordt de regeling en openstelling niet eerder dan februari/maart 2026 gepubliceerd. Overweegt u deelname aan deze regeling? Dan kunt u een ‘zaakbegeleider’ inschakelen. Heeft u interesse, maar voldeed u eerder niet aan de drempelwaarde voor stikstofdepositie? Dan is deze regeling wellicht iets voor u. Voorstel grondgebonden melkveehouderij Diverse partijen zijn voorstander van een grondgebonden melkveehouderij, met behoud van het areaal grasland. Onlangs hebben een tweetal Kamerleden een initiatiefwetsvoorstel ingediend. Hoofdlijnen initiatiefwet ‘grondgebondenheid’ Bij deze initiatiefwet wordt Nederland ingedeeld in twee gebieden. Agrarische hoofdstructuur Een groot deel van het landbouwgebied zal binnen een Agrarische hoofdstructuur vallen. Melkveebedrijven binnen dit gebied moeten zich, volgens het voorstel, aan een graslandnorm per GVE houden. In 2028 zou een norm van 0,20 ha grasland (incl. rustgewassen) per GVE gaan gelden. Deze norm wordt stapsgewijs verhoogd naar 0,35 ha/GVE in 2034. Maatschappelijke Landbouw (ML) Voor de aanwijzing van gebieden met ‘Maatschappelijke Landbouw’ wordt gedacht aan (zones rondom) Natura 2000-gebieden, veenweidegebieden en zandgronden met beperkte draagkracht. Voor bedrijven binnen een ML-gebied gaat een maximale GVE-norm per hectare gelden. Volgens het voorstel: in 2034 maximaal 1,5 GVE/ha. Voldoet een bedrijf aan deze norm, dan kan het bedrijf per hectare een vergoeding (€ 1.000 tot € 2.500) ontvangen voor ‘maatschappelijke diensten’. Verantwoorde mestafzet In het wetsvoorstel wordt ook de mestafzet beperkt. Hiervoor wordt Nederland ingedeeld in drie ‘vervoersregio’s. Wordt de mest buiten de vervoersregio van het bedrijf afgevoerd, dan mag dit tot maximaal 100 km vanaf het bedrijf. Haalbaarheid initiatiefwet De kans dat u in de toekomst te maken krijgt met eisen omtrent grondgebondenheid en grasland is behoorlijk groot. Of de initiatiefwet (met eventuele aanpassingen) het uiteindelijk gaat halen is uiteraard niet bekend. Zeker niet gezien de aanstaande verkiezingen. Aandachtspunten rustgewassen Op bouwland op zand- en lössgrond geldt, vanuit de mestwetgeving, een rustgewasverplichting. Daarnaast kunt u binnen het GLB op alle grondsoorten kiezen voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Waar moet u rekening mee houden? Wat speelt in 2026? Rustgewas ‘mest’ Op zand- en lössgrond moet u, op ieder perceel bouwland, in de periode 2023 t/m 2026 tenminste eenmaal een rustgewas telen. Heeft u op een perceel de afgelopen jaren nog geen rustgewas geteeld? Dan bent u verplicht om dit in 2026 alsnog te doen. Verplichting per perceel los van gebruiker De rustgewasverplichting geldt per perceel, ongeacht de gebruiker. Neemt u in 2026 een perceel in gebruik waarop nog geen rustgewas is geteeld? Dan rust de verplichting op u om in 2026 een rustgewas te telen. Voorwaarden rustgewas Voor het telen van een verplicht rustgewas gelden o.a. de volgende voorwaarden: · U teelt een aangewezen rustgewas als hoofdteelt. U mag een mengsel van gewassen telen, waarbij het mengsel voor minimaal 2/3 e uit aangewezen rustgewassen bestaat. · Een combinatie van een (willekeurige) hoofdteelt gevolgd door een vanggewas kan ook als rustgewas gelden. U moet een toegestaan vanggewas na de oogst van de hoofdteelt inzaaien en uiterlijk 31 augustus. U moet het vanggewas minimaal t/m 31 januari telen. Het vanggewas mag niet bemest worden. Een mengsel van vanggewassen is toegestaan, mits, na opkomst minimaal 2/3 e van het gewas uit toegestane vanggewassen bestaat. Onderzaai van een vanggewas is niet toegestaan. · De rustgewasverplichting geldt niet voor percelen met een biologische productiemethode en voor percelen waarop in de periode 2023 t/m 2026 onafgebroken hetzelfde gewas aanwezig is. GLB eco-activiteit ‘Rustgewas’ Op alle grondsoorten kunt u, binnen de GLB ecoregelingen, een toegestaan gewas inzetten voor de eco-activiteit ‘Rustgewas’. Vanaf 2026 moet u rekening houden met de ‘1:3 eis’. Voorwaarden rustgewas Voor eco-activiteit ‘Rustgewas’ gelden o.a. de volgende voorwaarden: · U teelt een toegestaan rustgewas als hoofdteelt. · Vanaf 2026 moet u, op alle grondsoorten, per perceel voldoen aan de ‘1:3-eis’. Dit betekent dat u deze eco-activiteit alleen kunt toepassen als u eenmaal in de drie jaar een rustgewas teelt. Wilt u deze eco-activiteit in 2026 toepassen? Dan moet u ook in 2023 en/of later een rustgewas op het betreffende perceel hebben geteeld. Voor de voorgaande jaren kijkt RVO zowel naar de lijst van rustgewassen voor de rustgewasverplichting (mest) als de lijst van rustgewassen voor de eco-activiteit rustgewas (GLB). · Een mengsel van rustgewassen is toegestaan, mits alle gewassen in het mengsel een toegestaan rustgewas zijn. Toegestane rustgewassen Voor zowel de rustgewasverplichting (mest) als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ geldt een gewassenlijst met toegestane rustgewassen. Echter de gewassenlijsten zijn niet aan elkaar gelijk. Zo zijn bijvoorbeeld ‘grassen’ wel toegestaan bij de rustgewasverplichting, maar niet bij de eco-activiteit. Daarnaast staat het gewas gele mosterd niet op de gewassenlijst voor de rustgewasverplichting. Heeft u hier vragen over? Raadpleeg dan uw adviseur. Beweiden en oogsten toegestaan Bij zowel de rustgewasverplichting als de eco-activiteit ‘Rustgewas’ is het beweiden en/of oogsten van het gewas toegestaan. Bij de rustgewasverplichting moet het onbemeste vanggewas wel in intact blijven t/m 31 januari. Wilt (of moet) u in 2026 een rustgewas telen in het kader van ‘mest’ en/of het ‘GLB’? Houd dan rekening met de (nieuwe) voorwaarden. Kort nieuws Renure stap dichterbij De Europese Commissie heeft ingestemd met de toepassing van Renure. Hiermee is het gebruik van Renure nog niet toegestaan. Ook de Europese Raad en het Europese Parlement moeten nog instemmen. Vervolgens moeten de voorwaarden in Nederlandse regelgeving worden opgenomen. Met Renure mag u extra stikstof uit verwerkte dierlijke mest gebruiken boven op de norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest. Waarschijnlijk mag dit tot 80 kg stikstof per hectare. Renure kan alleen geproduceerd worden met bepaalde toegestane mestverwerkingstechnieken. Ook worden eisen gesteld aan de kwaliteit van Renure. Het gebruik van Renure is positief voor de Nederlandse landbouw. Of dit op uw bedrijf ook het geval zal zijn is mede afhankelijk van de exacte voorwaarden, de beschikbaarheid en de kosten. Stimuleringsregeling vanggewas Op basis van de ‘Stimuleringsregeling vanggewas’ op zand- en lössgrond, wordt u gekort op uw stikstofnorm als u na 1 oktober een vanggewas inzaait. Heeft u nog geen vanggewas ingezaaid en zaait u een perceel in op uiterlijk 31 oktober? Dan is de korting op de stikstofnorm 10 kg N/ha. Zaait u het vanggewas in op 1 november of later? Of zaait u geen vanggewas? Dat is de korting 20 kg stikstof per hectare. Daarnaast geldt voor alle ingezaaide vanggewassen dat u deze niet voor 1 februari mag vernietigen. Doet u dat wel, dan volgt een stikstofkorting van 20 kg/ha. De totale stikstofkorting wordt op bedrijfsniveau verrekend met de stikstoftotaalruimte in het opvolgende jaar. Deze regeling geldt niet voor een verplicht vanggewas na mais. Agenda T/m 31 oktober • Inzaai verplicht vanggewas na snijmais (zand/löss). Vanggewas is wintergraan dat volgend jaar als hoofdteelt wordt geteeld. • Inzaai verplicht vanggewas na biologische snijmais en overige mais (zand/löss). T/m 1 november • Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en fosfaatrechten moet inleveren. T/m 18 november • Aanvragen adviesvoucher en/of bedrijfsplanvoucher, mits budget toereikend is. T/m 1 december • Aanmelden voor ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’ als u in 2026 voor de eerste keer deelneemt en geen fosfaatrechten heeft. Vanaf 1 december • Beslissing en uitbetaling GLB-bedrijfstoeslag 2025. Over ons Wij verzorgen boekhouding, belastingaangifte en financieel advies voor ondernemers in het MKB en de agrarische sector, maar ook voor particulieren. Heeft u behoefte aan een persoonlijke adviseur die dicht bij u staat, uw behoeften begrijpt en met u meedenkt? Hierbij onze contactgegevens: WEA Accountants en Adviseurs Naaldwijk Tel: 0174 – 63 02 41 info@weanaaldwijk.nl WEA Accountants & Adviseurs kan niet garanderen dat deze informatie te allen tijde actueel en compleet is. WEA aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade welke ontstaat naar aanleiding van het raadplegen van deze nieuwsbrief. Raadpleeg altijd eerst uw adviseur voordat u tot actie overgaat.
31 oktober 2025
1. Ook adviseur Hoge Raad vindt belastingrente vennootschapsbelasting te hoog Bij de Hoge Raad ligt de vraag voor of de belastingrente van 8% die berekend is over een aanslag vennootschapsbelasting te hoog is. Een rechtbank oordeelde eind 2024 dat dit zo is en ook de adviseur van de Hoge Raad vindt dit percentage te hoog. De adviseur geeft aan dat het hem een redelijke uitkomst lijkt om de belastingrente zowel voor de vennootschapsbelasting als voor andere belastingen vast te stellen op het percentage van de wettelijke niet-handelsrente. Die rente bedroeg in 2022 2%, van 1 januari tot 1 juli 2023 4%, daarna tot 1 januari 2024 6%, in heel 2024 7% en vanaf 1 januari 2025 weer 6%. De bezwaren over de belastingrente zijn aangewezen als massaalbezwaarprocedure. Dit betekent dat degenen die in soortgelijke geschillen bezwaar maken of hebben gemaakt pas een uitspraak op dit bezwaar krijgen als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan. Wilt u aansluiten bij deze massaalbezwaarprocedure, dan is het zaak om op tijd in bezwaar te gaan. De AG heeft de Hoge Raad nu geadviseerd. Het is nog afwachten of de Hoge Raad dit advies wel of niet (deels) opvolgt. 2. Verplichte AOV voor zelfstandigen weer een stap dichterbij Het wetsvoorstel Basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) is naar de Raad van State gestuurd. Het voorstel voor deze verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen is daarmee weer een stap dichterbij. In het wetsvoorstel Baz wordt elke zelfstandige verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid tot de AOW-leeftijd. Dat kan door deelname aan de Baz, maar kan ook, onder voorwaarden, door de keuze voor een private verzekering. De voorgestelde premie bedraagt 5,4% van de winst van de zelfstandige, met een maximum van naar verwachting € 171 bruto per maand. De voorgestelde wachttijd voordat een zelfstandige een AOV-uitkering krijgt, bedraagt twee jaar. Het is nog niet zeker of en zo ja vanaf wanneer er een verplichte AOV voor zelfstandigen komt. Het wachten is nu eerst op het advies van de Raad van State en daarna aanbieding en behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede en Eerste Kamer. 3. Invoering leegstandbelasting woningen De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen waardoor gemeenten de mogelijkheid krijgen om een leegstandbelasting in te voeren. Die leegstandbelasting wordt dan geheven van de eigenaar van een binnen de gemeente gelegen woning als deze langer dan twaalf maanden leegstaat. De maatregel geldt voorlopig alleen voor leegstaande woningen en niet voor leegstaande andere panden. Gemeenten mogen na invoering van de maatregel zelf beslissen of ze een leegstandbelasting invoeren en hoe hoog deze dan is. Het aangenomen amendement zal in een wetsvoorstel worden opgenomen. De Eerste Kamer moet hiermee nog instemmen. Het is daarom nog niet definitief. 4. Vanaf 4 november subsidie vermindering vrachtwagenkilometers Samenwerkingsverbanden waarbinnen minimaal één onderneming actief is als transportbedrijf of verlader of eigen vervoerder, kunnen vanaf 4 november 2025 de Tijdelijke subsidieregeling samenwerking in de logistieke keten (SiLK) aanvragen. Doel is het verminderen van het aantal kilometers van vrachtwagens op Nederlandse snelwegen. De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die blijvend het aantal kilometers verminderen. Denk daarbij aan het bundelen van ladingen, het voorkomen van lege en dubbele ritten door transportplanningen, het verkleinen van afstanden door de distributie-/overslaglocatie te veranderen etc. De subsidie bedraagt 75% van de projectkosten, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 100.000. Meer informatie en alle voorwaarden vindt u op de website van RVO.nl . 5. Tijdelijke wet transparantie turboliquidaties met twee jaar verlengd Met een turboliquidatie kan een bv of een andere rechtspersoon snel worden beëindigd en ontbonden. Hiervoor is vereist dat er geen bezittingen en vorderingen meer in de bv zijn op het moment van ontbinding van de bv. Anders moet u de wettelijke vereffeningsprocedure volgen. Sinds 15 november 2023 geldt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. Deze wet biedt meer transparantie en controle voor schuldeisers, onder meer door de verplichting om schuldeisers te informeren en om een financiële verantwoording af te leggen bij de KvK. Deze tijdelijke wet wordt vanaf 15 november 2025 met twee jaar verlengd in voorbereiding op een permanente wet. Denkt u aan een turboliquidatie, neem dan voor advies over uw eigen situatie altijd contact op met onze adviseurs. 6. Is de contributie van een vereniging aftrekbaar als gift? Onder voorwaarden kunt u de aan een vereniging betaalde contributie in de inkomstenbelasting aftrekken als gift. Daarvoor moet de vereniging een algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn en mag tegenover de contributie geen directe tegenprestatie staan. Is de directe tegenprestatie slechts symbolisch, dan staat dat niet aan de aftrek als gift in de weg. Bij een symbolische tegenprestatie moet u denken aan een tijdschrift dat u periodiek van de vereniging ontvangt of het recht om bepaalde natuurterreinen tegen een lager tarief te bezoeken. Is de tegenprestatie niet symbolisch, maar is de waarde wel lager dan de contributie? Dan geldt het deel van de contributie boven de waarde van de tegenprestatie als aftrekbare gift.